5.9. Vertaling door een scholier 3070 woorden 11 december keer beoordeeld. Kapitel 5: Kuchen und Kebab
|
|
- Heinrich Meyer
- vor 5 Jahren
- Abrufe
Transkript
1 Vertaling door een scholier 3070 woorden 11 december keer beoordeeld Vak Methode Duits Redemittel Kapitel 5: Kuchen und Kebab Redemittel E Was isst du gern zum Frühstück? Wat eet je graag als ontbijt? Ein Brötchen mit Butter und Käse. Een broodje met boter en kaas. Was trinkst du dazu? Wat drink je er bij? Dazu trinke ich immer ein Glas Milch. Ik drink er altijd een glas melk bij. Magst du auch Nudeln? Hou je ook van pasta? Ja, die mag ich gern zum Abendessen. Ja, die vind ik lekker als avondeten. Was isst du überhaupt nicht? Wat eet je helemaal niet? Salat schmeckt mir nicht. Sla vind ik helemaal niet lekker. Und was ist dein Lieblingsessen? En wat is je lievelingseten? Am liebsten mag ich Eis. Het liefst lust ik ijs. Hast du Hunger? Heb je honger? Nein, ich habe Durst. Nee, ik heb dorst. Also, nimmst du eine Cola? Dus je neemt een cola? Nein, ich möchte Orangensaft. Nee, ik wil graag sinaasappelsap. Was essen Sie am liebsten? Pagina 1 van 14
2 Wat eet u het liefst? Mein Lieblingsessen ist Pizza. Mijn lievelingseten is pizza. Und in der Pause? En in de pauze? Dann trinke ich nur einen Tee. Dan drink ik alleen een kop thee. Schmeckt das Huhn? Smaakt de kip? Nein, Fleisch und Fisch esse ich nicht. Ich bin Vegetarier. Nee, vlees en vis eet ik niet. Ik ben vegetariër. Was isst du denn immer in der Pause? Wat eet je dan altijd in de pauze? Oft Gemüsesuppe und noch eine Orange oder einen Apfel. Vaak groentesoep en nog een sinaasappel of een appel. Wann esst ihr warm? Wanneer eten jullie warm? Wir essen mittags warm. Wij eten tussen de middag warm. Was esst ihr heute? Wat eten jullie vandaag? Wir essen Spaghetti. Wij eten spaghetti. Esst ihr abends auch viel? Eten jullie s avonds ook veel? Nein, dann essen wir meistens nur ein bisschen. Nee, dan eten wij meestal maar een beetje. Ich möchte gern Pfeffer und Salz. Ik wil graag peper en zout. Warum? Waarom? Diese Tomatensuppe schmeckt mir nicht. Ik vind deze tomatensoep niet lekker. Hier, bitte. Hier, alsjeblieft. Möchtest du Zucker haben? Wil je graag suiker? Nein danke. Nee, dank je. Und Milch? En melk? Auch nicht. Ich trinke den Kaffee lieber schwarz. Pagina 2 van 14
3 Ook niet. Ik drink mijn koffie liever zwart. Redemittel M Was möchtet ihr? Wat willen jullie? Ich möchte einen gemischten Salat. Ik wil een gemengde salade. Und was nimmst du? En wat neem jij? Ich nehme das Huhn mit Reis. Ik neem de kip met rijst. Möchtet ihr auch was trinken? Willen jullie ook iets drinken? Ja, einen Eistee und ein Mineralwasser bitte. Ja, een ijsthee en een mineraalwater alstublieft. Guten Appetit! Eet smakelijk! Gleichfalls! Insgelijks! Einmal Pommes mit Mayo, bitte. Eenmaal patat met mayonaise, alsjeblieft. Bitte schön. Alsjeblieft. Haben Sie auch Hamburger? Heeft u ook hamburgers? Nein, im Moment leider nicht. Nee, op dit moment helaas niet. Wie viel kostet eine Dose Eistee? Wat kost een blikje ijsthee? Ein Euro fünfzig. Een euro vijftig. Wie viel macht das zusammen? Hoeveel is dat bij elkaar? Drei Euro zwanzig, bitte. Drie euro twintig, alstublieft. Entschuldigung, ich habe ein Messer, aber keine Gabel. Sorry, ik heb een mes, maar geen vork. Ich bringe sofort eine Gabel. Ik breng u meteen een vork. Haben Sie auch einen kleinen Löffel? Heeft u ook een lepeltje? Ja, natürlich. Natuurlijk. Pagina 3 van 14
4 Kann ich zahlen? Kan ik betalen? Ja, ich komme sofort. Ja, ik kom eraan. Nehmen wir noch einen Nachtisch? Nemen wij nog een dessert? Ich nehme einen großen Eisbecher mit Sahne. Ik neem een grote ijscoupe met slagroom. Ich lade dich ein. Ik nodig je uit. / Ik zal betalen. Super! Super! Die Speisekarte bitte! Mogen wij de menukaart? Danke. Dank u. Was wünschen Sie? Wat mag het zijn? Einen Kaffee und einen Tee bitte. Een koffie en een thee alstublieft. Kapitel 6: Was läuft? Redemittel E Was hast du gestern Abend gemacht? Wat heb je gisteravond gedaan? Ich habe drei Stunden ferngesehen. Ik heb drie uur lang tv gekeken. Was hast du danach gemacht? Wat heb je daarna gedaan? Ich habe eine Zeitschrift gelesen. Ik heb een tijdschrift gelezen. Bist du auch im Internet gewesen? Heb je ook op internet gesurft? Nein, mein Computer ist kaputt. Nee, mijn computer is kapot. Was hast du gestern Abend gemacht? Wat heb je gisteravond gedaan? Ich habe Musik gehört. Ik heb naar muziek geluisterd. Was hast du sonst noch gemacht? Wat heb je verder nog gedaan? Pagina 4 van 14
5 Ich habe am Computer gechattet. Ik heb achter de computer zitten chatten. Und was hast du dann gemacht? En wat heb je toen gedaan? Dann bin ich ins Bett gegangen. Toen ben ik gaan slapen. Was habt ihr am Wochenende gemacht? Wat hebben jullie in het weekend gedaan? Da haben wir zusammen die VIVA Top 100 gesehen. Toen hebben wij samen naar de VIVA Top 100 gekeken. Habt Ihr auch den Film mit Brad Pitt gesehen? Hebben jullie ook de film met Brad Pitt gezien? Ja, danach. Wirklich spitze! Ja, daarna. Echt top! Haben Sie heute schon Zeitung gelesen? Heeft u vandaag de krant al gelezen? Ja, aber im Internet. Ja, maar op internet. Und Zeitschriften? En tijdschriften? Nein, dazu habe ich noch keine Zeit gehabt. Nee, daar heb ik nog geen tijd voor gehad. Haben Sie Zeit, Bücher zu lesen? Heeft u tijd om boeken te lezen? Ja, nach der Arbeit. Ja, na het werk. Hat dein Vater schon mal Radio Energy gehört? Heeft je vader al eens naar Radio Energy geluisterd? Das weiß ich doch nicht. Dat weet ik toch niet?! Aber er hört doch sicher gern die Nachrichten? Maar hij luistert toch zeker graag naar het nieuws? Ja, das schon. Ja, dat wel. Redemittel M Mein neuer Computer ist wirklich gut. Mijn nieuwe computer is echt goed. Mein Computer ist aber besser. Maar mijn computer is beter! Der neue von Anne ist aber am besten. De nieuwe van Anne is het best. Ja, das stimmt. Pagina 5 van 14
6 Ja, dat klopt. Bist du viel im Internet? Zit je veel op internet? Ich chatte jeden Abend eine Stunde. Ik chat iedere avond een uur lang. Hast du auch eine eigene Homepage? Heb je ook een eigen homepage? Ja, Was steht da alles drauf? Wat staat daar allemaal op? Bilder und natürlich mein Blog. Fotos en natuurlijk mijn blog. Blog? Was ist denn das? Blog? Wat is dat dan? Ein Tagebuch, aber dann im Netz. Een dagboek, maar dan op het web. Welche Medien findest du am besten? Welke media vind jij het best? Internet finde ich spitze! Internet vind ik geweldig! Wie findest du MSN? Hoe vind je MSN? Toll, aber ich spiele lieber Computerspiele. Leuk, maar ik hou meer van computerspelletjes. Wie lange arbeitest du am Computer? Hoe lang werk je op de computer? Jeden Tag zwei Stunden. Elke dag twee uur lang. Auch für die Schule? Ook voor school? Ich mache eine Stunde Hausaufgaben. Ik doe een uur over mijn huiswerk. Kannst du mir die Datei mit den Bildern schicken? Kun je mij het bestand met de foto s sturen? Die stehen doch in meinem Weblog. Die staan toch op mijn blog. Kann ich sie da einfach runterladen? Kan ik ze daar gewoon downloaden? Ja, natürlich. Ja, natuurlijk. Ich brenne die dann sofort auf DVD. Ik brand ze dan meteen op dvd. Pagina 6 van 14
7 Kannst du machen. Aber drucke sie bitte auch aus. Wir brauchen die morgen in der Schule. Doe maar. Maar print ze ook maar even uit, we hebben ze morgen op school nodig. Ich habe ein neues Programm runtergeladen. Ik heb een nieuw programma gedownload. Was kann man damit machen? Wat kun je daar mee doen? Es ist ein Wörterbuch mit Niederländisch, Englisch und Deutsch. Het is een woordenboek in het Nederlands, Engels en Duits. Richtig praktisch, kannst du mir den Link auch schicken? Reuze handig, kun je mij die link ook even sturen? Bist du online? Ben je online? Nein, schreib mir eine . Nee, stuur mij maar een mailtje. Meine Eltern haben einen neuen Rechner. Mijn ouders hebben een nieuwe computer. Wie groß ist die Festplatte? Hoe groot is de harde schijf? Ich weiß es nicht. Dat weet ik niet. Habt ihr jetzt digitales Fernsehen? Hebben jullie nu digitale tv? Ja, seit gestern. Ja, sinds gisteren. Das ist ja richtig klasse! Dat is echt cool! Kapitel 7: Lust auf Shopping? Redemittel E Trägst du gerne einen Rock? Draag jij graag en rok? Ja, aber am liebsten trage ich Jeans. Ja, maar het liefst draag ik een spijkerbroek. Welche Farbe gefällt dir am besten? Welke kleur vind je het mooist? Meine Lieblingsfarbe ist gelb. Mijn lievelingskleur is geel. Ich meine eigentlich die Farbe bei Jeans. Ik bedoel eigenlijk: je favoriete kleur spijkerbroek. Ach so, am liebsten trage ich blaue Jeans. O, ik draag het liefst een blauwe spijkerbroek. Pagina 7 van 14
8 Was ist deine Lieblingskleidung? Wat draag je het liefst? Ich trage gern etwas Einfaches: eine Hose und ein T-Shirt. Ik draag graag iets eenvoudigs: een broek en een T-shirt. Und wenn es kalt ist? En als het koud is? Dann ziehe ich natürlich einen Pulli an. Dan doe ik natuurlijk een trui aan. Trägst du nie ein Top? Draag je nooit een topje? Doch, wenn ich am Wochenende ausgehe. Jawel, als ik in het weekend uit ga. Darfst du deine Kleider selbst aussuchen? Mag je je kleren zelf uitzoeken? Ja, ich kriege Taschengeld. Davon kaufe ich auch Kleider. Ja, ik krijg zakgeld. Daar koop ik ook kleren van. Wie viel Taschengeld bekommst du? Hoeveel zakgeld krijg je? 75 Euro pro Monat. 75 euro per maand. Kaufst du auch schon mal Markenkleidung? Koop je af en toe ook merkkleding? Nein, dafür habe ich kein Geld. Nee, daar heb ik geen geld voor. Hast du eine neue Uhr? Heb je een nieuw horloge? Ja, die habe ich gestern gekauft. Ja, dat heb ik gisteren gekocht. War sie teuer? Was het duur? Ein bisschen schon, aber sie sieht einfach toll aus. Wel een beetje, maar ik vind hem gewoon heel mooi. Es ist wirklich eine schöne Uhr. Het is echt een mooi horloge. Das finde ich auch. Dat vind ik ook. Dürft ihr in der Klasse eine Kappe tragen? Mogen jullie in de klas een pet dragen? Nein, das ist bei uns in der Schule verboten. Nee, dat is bij ons op school verboden. Wie findest du das? Wat vind je daarvan? Pagina 8 van 14
9 Das ist mir egal. Dat kan mij niet schelen. Und wie ist es mit Jacken? En hoe zit het met jassen? Auch die darf man natürlich nicht tragen. Die mag je natuurlijk ook niet aanhouden. Findest du das nicht blöd? Vind je dat niet stom? Nur wenn es zu kalt ist. Alleen als het te koud is. Redemittel M Entschuldigung, wo ist die Spielwarenabteilung? Sorry, waar is de speelgoedafdeling? Die ist im vierten Stock. Die is op de vierde verdieping. Herzlichen Dank. Hartelijk dank. Gern geschehen. Graag gedaan. Wer ist dran? Wie is aan de beurt? Was kosten die Tomaten? Wat kosten de tomaten? Die kosten heute 1 Euro 50 das Kilo. Die zijn vandaag 1,50 per kilo. Das ist nicht teuer. Sind sie im Angebot? Dat is niet duur. Zijn ze in de aanbieding? Ja, aber nur heute. Ja, maar alleen vandaag. Dann möchte ich ein Pfund, bitte. Doe mij dan maar een pond, alsjeblieft. So, bitte. Das macht 75 Cent. Hier, alsjeblieft. Dat wordt dan 75 eurocent. Bitte. Alsjeblieft. Und 25 Cent zurück. Brauchen Sie eine Tüte? En 25 cent terug. Wilt u een tasje? Nein, ich habe eine Tasche dabei. Nee, ik heb een tas bij me. Wiedersehen. Tot ziens. Auf Wiedersehen. Pagina 9 van 14
10 Tot ziens. Kann ich helfen? Kan ik helpen? Ja, ich suche die neue CD von Beyoncé. Ja, ik zoek de nieuwe cd van Beyoncé. Die ist leider schon ausverkauft. Die is helaas al uitverkocht. Schade. Was kostet diese Zeitschrift? Jammer. Wat kost dit tijdschrift? Die Zeitschriften sind gratis. Die tijdschriften zijn gratis. Dann nehme ich eine mit. Dan neem ik er een mee. Hallo, ich möchte das grüne Kleid mal anprobieren. Hallo, ik wil graag die groene jurk eens passen. Natürlich. Hast du die richtige Größe? Natuurlijk. Heb je de juiste maat? Ja, Größe 38. Ja, maat 38. Die Umkleidekabinen sind da drüben. De pashokjes zijn daarginds. Danke. Dankjewel. Und passt das Kleid? En? Past de jurk? Nein, ich brauche doch eine Nummer größer. Nee, ik moet toch een maatje groter hebben. Ist es jetzt besser? Is het nu beter? Ja, ich nehme es. Ja, ik neem hem. Prima. Prima. Was kann ich für dich tun? Wat kan ik voor je doen? Vier Brötchen, bitte. Vier broodjes, alstublieft. Sonst noch etwas? Verder nog iets? Ja, ein kleines Stück Obstkuchen. Ja, een klein stukje vruchtengebak. Das Stück hier oder möchtest du ein anderes Stück? Pagina 10 van 14
11 Dit stukje hier, of wil je een ander stuk? Das hier ist gut. Vielen Dank. Dit is prima. Dank je wel. Kapitel 8: Einfach weg! Redemittel E Was macht ihr in den Ferien? Wat doen jullie in de vakantie? Wir werden nach Österreich fahren. Wij gaan naar Oostenrijk. Wo übernachtet ihr? Waar gaan jullie overnachten? Wir wohnen in einem Hotel. We zitten in een hotel. Bleibt ihr lange weg? Blijf je lang weg? Vierzehn Tage. Veertien dagen. Hotel Schatzalp. Hotel Schatzalp. Hier Lex van Straaten. Kann ich noch ein Doppelzimmer buchen? Met Lex van Straaten. Kan ik nog een tweepersoonskamer boeken? Aber gerne, wann kommen Sie? Jazeker, wanneer arriveert u? Am siebten August. Op zeven augustus. Wie lange möchten Sie bleiben? Hoe wilt u blijven? Eine Nacht. Eén nacht. Möchten Sie ein Zimmer mit Bad oder Dusche? Wilt u een kamer met bad of met douche? Ich möchte ein Bad, bitte. Was kostet das? Ik wil graag een kamer met bad. Wat kost dat? 90 Euro, Frühstück inklusive. 90 Euro, inclusief ontbijt. Okay, können Sie das Zimmer dann für mich reservieren? Oké, kunt u deze kamer dan voor mij reserveren? Gern, danke für die Reservierung. Graag, dank voor de reservering. Wiederhören! Pagina 11 van 14
12 Tot horens! Wie fährst du in Urlaub? Hoe ga je op vakantie? Ich möchte mit dem Auto fahren. Ik wil graag met de auto gaan. Aber? Maar? Das geht nicht. Dat kan niet. Warum nicht? Waarom niet? Mein Vater möchte unbedingt mit dem Fahrrad. Mijn vader wil per se op de fiets. Wohin fahrt ihr in den Sommerferien? Waar gaan jullie in de zomervakantie naar toe? Wir möchten nach Salou. Wij willen graag naar Salou. Habt ihr schon eine Ferienwohnung gemietet? Hebben jullie al een vakantiewoning gehuurd? Nein, wir werden zelten. Nee, we gaan kamperen. Habt ihr schon gebucht? Hebben jullie al geboekt? Das machen wir heute. Dat gaan we vandaag doen Viel Spaß dann! Nou dan veel plezier! Danke. Dankjewel. Redemittel M Willst du wandern? Wil je wandelen? Nein, ich möchte etwas mit mehr Action. Nee, ik heb zin in iets met wat meer actie. Was möchtest du denn machen? Wat wil je dan doen? Ich möchte Kite surfen. Ik heb zin om te gaan kitesurfen. Dann machen wir das. Dan doen we dat toch? Toll. Cool. Pagina 12 van 14
13 Was willst du heute machen? Wat wil je vandaag doen? Ich will in ein Museum gehen. Ik heb zin om naar een museum te gaan. Das haben wir gestern schon gemacht! Dat hebben we gisteren al gedaan! Dann besuchen wir ein Schloss. Dan gaan we een kasteel bekijken. Können wir nicht einfach in der Sonne liegen? Kunnen we niet gewoon in de zon gaan liggen? Ist auch gut. Is ook goed. Übernachtet ihr auf diesem Campingplatz? Staan jullie op deze camping? Ja, wir zelten hier. Ja, we kamperen hier. Und was ist euer Programm? En wat is jullie programma? Wir spielen Volleyball und andere Spiele. We spelen volleybal en andere spellen. Geht ihr auch an den Strand? Gaan jullie ook naar het strand? Ja, wir gehen jeden Tag baden. Ja, we gaan elke dag zwemmen. Ja, bitte! Ja, alsjeblieft? Zwei Eintrittskarten, bitte. Twee entreekaartjes, alsjeblieft. Studenten? Studenten? Nein, wir sind Schüler. Nee, we zijn scholieren. Das macht dann 5 Euro 60. Dat wordt dan 5 euro 60. Bitte sehr. Alsjeblieft. Grüß Gott! Goedendag! (Zuid-Duitsland en Oostenrijk) Guten Tag! Goedendag! Was kann ich für dich tun? Wat kan ik voor je doen? Pagina 13 van 14
14 Gibt es hier viel zu tun? Is er hier veel te doen? Eigentlich ganz viel. Was wollt ihr machen? Eigenlijk best wel veel. Wat willen jullie gaan doen? Wir wollen in die Disko. We willen naar de disco. Dann empfehle ich die Diskothek Schauhaus. Dan kan ik je de discotheek Schauhaus aanbevelen. Gibt es hier auch einen Aussichtsturm? Is er hier ook een uitkijktoren? Ja, hier ganz in der Nähe. Ja, hier heel vlakbij. Dann gehen wir zuerst dorthin. Danke für die Auskunft. Dan gaan we daar eerst naartoe. Dank voor je inlichtingen. Gern geschehen! Wiederschaun! Graag gedaan! Tot ziens! Tschüs! Doei! Pagina 14 van 14
Reisen Außer Haus essen
- Am Eingang Ik wil graag een tafel reserveren voor _[aantal mensen]_ om _[tijdstip]_. Eine Reservierung machen Een tafel voor _[number of people]_ graag. Nach einem Tisch fragen Neemt u creditcards aan?
MehrReisen Allgemein. Allgemein - Unverzichtbar. Allgemein - Konversation. Um Hilfe bitten. Eine Person fragen, ob sie Englisch spricht
- Unverzichtbar Kunt u me alstublieft helpen? Um Hilfe bitten Spreekt u Engels? Eine Person fragen, ob sie Englisch spricht Können Sie mir bitte helfen? Sprechen Sie Englisch? Spreekt u _[taal]_? Eine
MehrReisen Allgemein. Allgemein - Unverzichtbar. Allgemein - Konversation. Um Hilfe bitten. Eine Person fragen, ob sie Englisch spricht
- Unverzichtbar Können Sie mir bitte helfen? Um Hilfe bitten Sprechen Sie Englisch? Eine Person fragen, ob sie Englisch spricht Kunt u me alstublieft helpen? Spreekt u Engels? Sprechen Sie _[Sprache]_?
MehrReisen Außer Haus essen
- Am Eingang Ik wil graag een tafel reserveren voor _[aantal mensen]_ om _[tijdstip]_. Eine Reservierung machen Een tafel voor _[number of people]_ graag. Nach einem Tisch fragen Neemt u creditcards aan?
Mehr7 Berufsbezeichnungen Ik ben kunstenares. En mijn zoon is nu al een kunstenaar! 22 Ich bin Künstlerin. Und mein Sohn ist jetzt schon ein Künstler!
1 Aussprache & Rechtschreibung 1 De kok kookt met kokos. Jij ook? 10 Der Koch kocht mit Kokos. Du auch? 2 Aussprache & Rechtschreibung 2 Lieverd, zijn de Franse rozen mooi? 12 Liebling, sind die französischen
MehrGa je ergens naar toe gebruik je zu! Let op, na zu of nach volgt altijd de 3 e naamval!!!
Samenvatting door F. 628 woorden 7 december 2014 7,2 29 keer beoordeeld Vak Methode Duits Na Klar! Een vuistregel is: Ezelsbruggetje: Ga je ergens naar toe gebruik je zu! Let op, na zu of nach volgt altijd
MehrDer Dialog I. Durchführung. 1 Dialog vorlesen, die Schüler hören zu. 2 Dialog vorlesen, die Schüler lesen mit.
Der Dialog In den Kontakten mit Deutschsprachigen steht der Dialog im Mittelpunkt. Die ersten 4 Stunden bringen dialogische Situationen aus dem "touristischen" Alltag. Die Dialoge werden auf verschiedene
MehrMOTIVE A1 Einstufungstest. Teil 1. Ordnen Sie das fehlende Wort / die fehlenden Wörter zu. Es gibt nur eine richtige Lösung. MOTIVE A1 Einstufungstest
MOTIVE A1 Einstufungstest Teil 1 Ordnen Sie das fehlende Wort / die fehlenden Wörter zu. Es gibt nur eine richtige Lösung. Beispiel: 0 _c_ heißen Sie? Ich Otto Müller. a Was / heiße b Wie / heißen c Wie
MehrReisen Unterwegs. Unterwegs - Ort. Ik ben de weg kwijt. Du weißt nicht, wo Du bist
- Ik ben de weg kwijt. Du weißt nicht, wo Du bist Kunt me op de kaart aanwijzen waar het is? Nach einem bestimmten auf der Karte fragen Waar kan ik vinden? Nach einem bestimmten fragen... een toilet? Zimmer...
MehrGeschäftskorrespondenz
- Einleitung Deutsch Niederländisch Sehr geehrter Herr Präsident, Geachte heer President Sehr formell, Empfänger hat einen besonderen Titel, der anstelle seines Namens benutzt wird Sehr geehrter Herr,
Mehr1 Ich bin Anna. Anna Oh, hallo! Ist Max da? Nachbarin Nein, da sind Sie hier falsch. Herr Grossmann wohnt gegenüber.
Kapitel 1 1 Ich bin. Oh, hallo! Ist da? Nachbarin Nein, da sind Sie hier falsch. Herr Grossmann wohnt gegenüber. Was suchst du? Die Wohnung von. Ich bin. Ah, du bist neu hier. Ich bin. Komm rein! Hallo!?,
Mehr20 Schlüsselwörter zum Schluss
HCE Examenidioom HAVO 20 Schlüsselwörter zum Schluss Deutsch > Niederländisch durchaus unbedingt keinesfalls tatsächlich allerdings allerdings freilich freilich außerdem zudem trotzdem dennoch Ich brauche
MehrGriechisches Staatszertifikat Deutsch NIVEAU A1 & A2 PHASE 4: Mündlicher Ausdruck Aufgabenstellung M A I
ΥΠΟΥΡΓΕΙΟ ΕΘΝΙΚΗΣ ΠΑΙ ΕΙΑΣ ΚΑΙ ΘΡΗΣΚΕΥΜΑΤΩΝ ΚΡΑΤΙΚΟ ΠΙΣΤΟΠΟΙΗΤΙΚΟ ΓΛΩΣΣΟΜΑΘΕΙΑΣ Griechisches Staatszertifikat Deutsch NIVEAU & PHASE 4: Mündlicher Ausdruck Aufgabenstellung M A I 2 0 0 9 Hallo! Wie geht
Mehrauf stehen aus aus sehen backen bald beginnen bei beide bekannt bekommen benutzen besonders besser best bestellen besuchen
der Abend auf stehen aber der August acht aus ähnlich das Ausland allein aus sehen alle das Auto als das Bad alt backen an der Bahnhof andere bald ändern der Baum der Anfang beginnen an fangen bei an kommen
Mehr5,6. Boekverslag door een scholier 2258 woorden 23 september keer beoordeeld. Mirjam Pressler Eerste uitgave 1983
Boekverslag door een scholier 2258 woorden 23 september 2011 5,6 40 keer beoordeeld Auteur Mirjam Pressler Eerste uitgave 1983 Vak Duits Zusammenfassungen -Kapitel 1: Herr Hochstein ruft Eva zur Tafel
MehrKAPITEL Test Idiom Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. zusätzlich wachsen erschöpft empfinden Anmerkung Erzieher Heim faul heilen
Idiom Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. Wenn Sie 100 oder mehr Service-Units auf einmal kaufen, bekommen Sie zusätzlich 50 Prozent kostenlos. Alle anderen Pflanzen wachsen normalerweise
Mehr14-Zwei (Flaschen- Packungen- Dosen) Milch kosten 1.98 Euro.
Deutsche abteilung Revision sheet Wählen Sie aus! 1-Das ist (ein- eine- mein) Orange. 2-Ist das (eine- ein- mein) Banane? 3-Das ist (kein- mein-keine) Gurke. 4-Ist das (eine- ein- meine) Saft? -Nein. 5-Sind
MehrKAPITEL Test Idiom Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. kurzfristig Veranstaltung ersetzen. Auseinandersetzung damals berufstätig
Idiom Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. Lehrkräfte sind gelegentlich kurzfristig dienstlich abwesend oder erkrankt. Also müssen alle, die diesen Schein in diesem Semester machen wollen,
MehrPřepisy poslechových nahrávek v PS
2 Lekce, 4 Lampe, Fahrrad, Gitarre, bald, da oder, kommen, Foto, toll, Monopoly und, du, Fußball, Rucksack, Junge 3 Lekce, 5 Wie heißt du? Ich bin Laura. Und wer bist du? Ich heiße Nico. Woher kommst du?
MehrSuper! Einstufungstest 1 (Modul 1 2) Aufgabenblatt
Super! Einstufungstest 1 (Modul 1 2) Aufgabenblatt Markier deine Lösungen bitte auf dem Antwortblatt. Es gibt nur eine richtige Lösung. 1 Hallo, wie? Gut, und dir? a) geht b) gehst c) geht s d) gehen 2
Mehreinhundertneunundsechzig 169
4 4 einhundertneunundsechzig 169 5 170 einhundertsiebzig 4 6 7 einhunderteinundsiebzig 171 Lösungen zum Arbeitsbuchteil, Kapitel 1-6 Testtraining 1 Hören 1c 2b Lesen 1 falsch 2 richtig Kapitel 4 1 Wir
MehrNATIONAL SPORT SCHOOL
NATIONAL SPORT SCHOOL Mark HALF-YEARLY EXAMINATION 2016 FORM 1 GERMAN WRITTEN PAPER TIME: 1h 30 min FAMILIENNAME VORNAME KLASSE SCHULE GESAMTPUNKTZAHL: SPRECHEN, HÖREN, LESEN, SPRACHBAUSTEINE UND SCHREIBEN
MehrLAAS STUFE PRE A1. PRÜFUNG English DEUTSCH Language Examinations MAI SPRACHPRÜFUNG DEUTSCH. Zertifikat anerkannt durch ICC
NAME PRÜFUNG English DEUTSCH Language Examinations LAAS EVALUATIONSSYSTEM DER SPRACHKENNTNISSE December MAI 2010 2002 SPRACHPRÜFUNG DEUTSCH STUFE PRE A1 Zertifikat anerkannt durch ICC HINWEISE MAI 2013
MehrGuten Tag. Guten Abend. Guten Abend. Hallo. Wie heißt du? Wie heißen Sie? Wer bist du? Wer sind Sie?
Kapitel 1 Sich begrüßen Guten Morgen. Guten Morgen. Guten Tag. Guten Tag. Guten Abend. Guten Abend. Hallo. Hallo. Sich verabschieden Auf Wiedersehen. Auf Wiedersehen. Tschüs. Tschüs. Nach dem Namen fragen
MehrKAPITEL 5 GASSI GEHEN
43 KAPITEL 5 GASSI GEHEN 1. Hör zu. Was ist richtig oder falsch? Mache ein Kreuzchen ( X ). richtig falsch 1 Tess will Chico nicht bei ihrer Zimmertür haben. ( ) ( ) 2 Lukas findet Wille dumm. ( ) ( )
Mehr20 Schlüsselwörter zum Schluss
HCE Examenidioom VWO 20 Schlüsselwörter zum Schluss Deutsch > Niederländisch durchaus Du brauchst mir nicht zu helfen, ich kann das per se, zeer beslist durchaus alleine! unbedingt Ich will unbedingt,
MehrDeutschabteilung 6.Klasse Wiederholung
1.Lesen Alkia kommt aus Spanien. Alkia möchte in Deutschland Medizin studieren. Jetzt lernt sie Deutsch, sie besucht einen Intensivkurs in Köln. In ihrer Gruppe sind noch sieben andere Studentinnen und
Mehr3. LESEN - READING 20 Punkte TEIL I Texte und Bilder
ST NICHOLAS COLLEGE RABAT MIDDLE SCHOOL HALF YEARLY EXAMINATIONS February 16 Mark Year 7 German TIME: 2 hrs Name: Class: Register Number: GESAMTPUNKTZAHL: SPRECHEN, HÖREN, LESEN, SPRACHBAUSTEINE UND SCHREIBEN
MehrLINGUA TEDESCA. Esempi di prove d esame per la licenza media. Questionario
LINGUA TEDESCA Esempi di prove d esame per la licenza media Questionario Sylvias Sprachkurs Im Sommer 20... war ich mit meiner besten Freundin Heike in England, in Torquay auf Sprachreise. Es war einfach
MehrVALENTINE. Interne keuken
VALENTINE Interne keuken Toen Valentine het huis van haar vrienden kocht, moest de volledige achterbouw eraan geloven. Zo kwam er plaats vrij voor een grote leefkeuken, met volop ruimte voor vrienden,
MehrBeste Freunde Lektion 19 Kopiervorlage
Beste Freunde Lektion 19 Kopiervorlage Anna Zeichne das Zimmer 1 Auf dem Sessel liegen vier CDs 2 An der Wand hängt ein Spiegel 3 Im Regal stehen drei Bücher 4 Auf dem Schrank liegt ein T-Shirt 5 Auf dem
MehrWiederholung. 6.Klasse
Wiederholung 6.Klasse --Was Passt hier nicht? 1. Sonntag September Mittwoch Freitag 2. zehn eins zweiten zwanzig 3. ich ihr dich sie 4. Wann Wo Um wie viel Uhr wir 5. Febraur Dezember Dienstag Oktober
MehrWiederholung. 6.Klasse
Wiederholung 6.Klasse Muster antwort --Was Passt hier nicht? 1. Sonntag September Mittwoch Freitag 2. zehn eins zweiten zwanzig 3. ich ihr dich sie 4. Wann Wo Um wie viel Uhr wir 5. Febraur Dezember Dienstag
MehrHaben, sein, werden. Instaptoets grammatica 1/12 KAPITEL
1/12 Haben, sein, werden Vul de vertaling van het vetgedrukte werkwoord in. Vul de vertaling van het vetgedrukte werkwoord in. du damals schon einen neuen Computer? (Had) gestern noch bei ihm gewesen.
MehrReisen Außer Haus essen
- Am Eingang I would like to book a table for _[number of people]_ at _[time]_. Eine Reservierung machen A table for _[number of people]_, please. Nach einem Tisch fragen Do you accept credit cards? Fragen,
MehrReisen Außer Haus essen
- Am Eingang Ik wil graag een tafel reserveren voor _[aantal mensen]_ om _[tijdstip]_. Eine Reservierung machen Een tafel voor _[number of people]_ graag. Nach einem Tisch fragen Neemt u creditcards aan?
MehrNAME.. LAAS SPRACHKENNTNISBEWERTUNGSSYSTEM STUFE PRE - A1. Zertifikat anerkannt durch ICC HINWEISE: Gib auf jede Frage nur eine Antwort.
NAME.. LAAS SPRACHKENNTNISBEWERTUNGSSYSTEM STUFE PRE - A1 Zertifikat anerkannt durch ICC PRÜFUNG English DEUTSCH Language Examinations HINWEISE: Schreibe bitte auf dieser Seite oben deinen Namen. Beantworte
MehrAbendbrot. Abendessen. Auflauf. Becher. Besteck. viele Abendbrote. viele Abendessen. viele Aufläufe. viele Becher. viele Bestecke
Abendbrot viele Abendbrote Mein Vater und ich essen um 18 Uhr Abendbrot. Es gibt Brot mit Käse und Wurst. Abendessen viele Abendessen Mein Vater und ich essen um 18 Uhr Abendessen. Es gibt Suppe und Nudeln.
MehrBitte markieren Sie Ihre Lösungen auf dem Antwortblatt. Es gibt nur eine richtige Lösung. a heißt b heißen c bist d heiße
Bitte markieren Sie Ihre Lösungen auf dem Antwortblatt. Es gibt nur eine richtige Lösung. 1 Guten Tag, ich bin Andreas Meier. Und wie Sie? # Davide Mondini. a heißt b heißen c bist d heiße 2 Was du? #
Mehr3. Titelerklärung: Die grobe Flatter hat Schocker gemacht, wenn er sein Leben in der Siedlung sehr satt was, und eine eigenes Leben will führen.
Boekverslag door een scholier 1673 woorden 25 maart 2003 5,1 25 keer beoordeeld Auteur Leonie Ossowski Eerste uitgave 1977 Vak Duits 1. Autor: Leonie Ossowski 2. Titel: Die grobe Flatter 3. Titelerklärung:
MehrWiederholung. 5.Klasse
Wiederholung 5.Klasse --Was Passt hier nicht? 1- Kopf - Bauch Fuß Ohren 2- Ich du - dünn Wir 3- Katze Gesicht Bein Auge 4- dick- Hand lang groß 5- Arme Füße Haare Ohr 1- mein der- das die 2- Bein Auge
MehrDe antwoorden van Kapitel 2: Freizeit! Freie Zeit! van de methode Salzgitter Heute plus voor 2 VWO/HAVO.
Antwoorden door een scholier 2178 woorden 24 augustus 2012 6,4 16 keer beoordeeld Vak Methode Duits Salzgitter Heute De antwoorden van Kapitel 2: Freizeit! Freie Zeit! van de methode Salzgitter Heute plus
Mehr2.Vorbereitungsschule Name : Klasse:
2.Vorbereitungsschule Name : ---------------------------------------------- Klasse: --------------- Lektion 10 Meine Klamotten -Nominativ Bestimmter Artikel der das die die Pl. Unbestimmter Artikel ein
MehrGerman MYP 7. Summer exam review
German MYP 7 Summer exam review Glockenarbeit: Rewrite the following sentences correctly. Ich möchtet Käse. Der Junge durfen esse einen Schinken. Das ist einen Computer. Wir wollen geht essen. Heute ist
MehrWiederholung. 5.Klasse
Wiederholung 5.Klasse Muster antwort --Was Passt hier nicht? 1- Kopf - Bauch Fuß Ohren 2- Ich du - dünn Wir 3- Katze Gesicht Bein Auge 4- dick- Hand lang groß 5- Arme Füße Haare Ohr 1- mein der- das die
Mehr4.9. Antwoorden door een scholier 2774 woorden 11 februari keer beoordeeld
Antwoorden door een scholier 2774 woorden 11 februari 2009 4.9 347 keer beoordeeld Vak Duits Kapitel 1 Les 4. 1) Goedmorgen Guten Morgen. 2) Hoe heet jij? Wie heißt du? 3) Hoe gat het met jou? Wie geht
MehrBeim Frühstück. Auf welcher Seite des Kühlschranks ist denn die Marmelade?
Beim Frühstück Auf welcher Seite des Kühlschranks ist denn die Marmelade? Direkt vor deiner Nase. Anstatt der Marmelade, bring mir lieber Erdnussbutter. Was möchtest du trinken? Milch, bitte. Woher hast
MehrOefentoets over Kapitel 13 voor Gym 3
Oefentoets over Kapitel 13 voor Gym 3 Voorafje: Deze toets omvat 7 delen. Deel A: Hören Deel B: Wortschatz Kap. 13 Deel C: Grammatik: werden Deel D: Grammatik: Infinitiv Deel E: Grammatik: Kopula Deel
MehrKan ik geld afhalen in [land] zonder provisies te betalen? Fragen, ob Gebühren anfallen, wenn man in einem bestimmten Land Geld abhebt
- Allgemeines Kan ik geld afhalen in [land] zonder provisies te betalen? Kan ik geld afhalen in [land] zonder provisies te betalen? Fragen, ob Gebühren anfallen, wenn man in einem bestimmten Land Geld
MehrT R A N S K R I P T I T E K S T O V A
T R A N S K R I P T I T E K S T O V A Guten Tag! Jetzt beginnt die Prüfung zum Hörverstehen. Dieser Prüfungsteil besteht aus vier Höraufgaben. Jede Aufgabe beginnt und endet mit einem Ton. Vor jedem Hörtext
MehrEINSTUFUNGSTEST. Autor: Dieter Maenner
EINSTUFUNGSTEST A1 Name: Datum: Bitte markieren Sie die Lösung auf dem Antwortblatt. Es gibt nur eine richtige Antwort. 1 heißen Sie? a) Was b) Wo c) Wie d) Wer 2 Mein Name Anna Wodner. a) hat b) heißt
Mehr3 A Das ist doch kein Apfel, oder?
Lektion 3: Essen und Trinken 3 A Das ist doch kein Apfel, oder? A2 1 Was ist das? ein Kind ein Brötchen eine Stadt ein Foto ein Apfel eine Tomate eine Telefonnummer eine Zahl ein Land eine Orange ein Ei
MehrGriechisches Staatszertifikat Deutsch NIVEAU A1 & A2 PHASE 4: Mündlicher Ausdruck Aufgabenstellung M A I
ΥΠΟΥΡΓΕΙΟ ΠΑΙΔΕΙΑΣ ΚΑΙ ΘΡΗΣΚΕΥΜΑΤΩΝ, ΠΟΛΙΤΙΣΜΟΥ ΚΑΙ ΑΘΛΗΤΙΣΜΟΥ ΚΡΑΤΙΚΟ ΠΙΣΤΟΠΟΙΗΤΙΚΟ ΓΛΩΣΣΟΜΑΘΕΙΑΣ Griechisches Staatszertifikat Deutsch NIVEAU & PHASE 4: Mündlicher Ausdruck Aufgabenstellung M A I 2 0
MehrEINSTUFUNGSTEST PLUSPUNKT DEUTSCH. Autor: Dieter Maenner
EINSTUFUNGSTEST PLUSPUNKT DEUTSCH Name: Datum: Bitte markieren Sie die Lösung auf dem Antwortblatt. Es gibt nur eine richtige Antwort. 1 Guten Tag, mein Name Christine Schmidt. a) ist b) sein c) heiße
MehrThe Egyptian British International School 2017/2018
The Egyptian British International School 2017/2018 Name: Klasse: 4 Deutsch/Y.4 Page 1 of 9 Schreib die Uhrzeit! 1.Mein geht um halb sechs ( 17: 30) in den Park. 1. Um halb zehn (0 9: 30 ) trinkt Herr
Mehrmit Freunden ausgehen? Wann gehst du abends mit Freunden aus? Wohin gehst du abends mit Freunden?
Teil SPRECHEN - Teil 2 - Arena A2 Test 1 (S. 33) Aufgabenblatt A: Was machst du oft abends? Abendessen? Um wie viel Uhr isst du zu Abend? Was isst du zu Abend am liebsten? fernsehen, diskutieren? Was siehst
MehrLAAS STUFE PRE A1. PRÜFUNG English DEUTSCH Language Examinations MAI SPRACHPRÜFUNG DEUTSCH. Zertifikat anerkannt durch ICC
NAME PRÜFUNG English DEUTSCH Language Examinations LAAS SPRACHKENNTNISBEWERTUNGSSYSTEM December MAI 2002 2010 SPRACHPRÜFUNG DEUTSCH STUFE PRE A1 Zertifikat anerkannt durch ICC HINWEISE MAI 2011 Schreibe
MehrLektion 1 8. Bemerkungen. Bitte markieren Sie Ihre Lösung auf dem Antwortblatt. Es gibt nur eine richtige Antwort! TANGRAM aktuell 1 (Lektion 5 8)
Lektion 1 8 Antwortblatt Name Datum Punkte Einstufung Bemerkungen Bitte markieren Sie Ihre Lösung auf dem Antwortblatt. Es gibt nur eine richtige Antwort! Beispiel: Ich bin 24 Jahre alt. Und wie alt du?
Mehr1.Vorbereitungsschule Wiederholung Name:------------------------------------------------- Klasse:---------------- Lektion 8 1-Wie spät ist es? Es ist 1-8.00----------------------------------------- 2-8.05--------------------------------------------
MehrRegionale Spracholympiade für die Grundschulen Mazedoniens 7. Klasse Skopje,
Regionale Spracholympiade für die Grundschulen Mazedoniens 7. Klasse Skopje, 05.05.2018 Aufgabe 1 Lies den folgenden Text und finde für jede Lücke die richtige Lösung. Hallo Jan, meine Eltern sind diese
MehrNAME.. LAAS SPRACHKENNTNISBEWERTUNGSSYSTEM STUFE PRE - A1. Zertifikat anerkannt durch ICC HINWEISE: Gib auf jede Frage nur eine Antwort.
NAME.. LAAS SPRACHKENNTNISBEWERTUNGSSYSTEM STUFE PRE - A1 Zertifikat anerkannt durch ICC PRÜFUNG English DEUTSCH Language Examinations HINWEISE: Schreibe bitte auf dieser Seite oben deinen Namen. Beantworte
MehrOptimal A1/Kapitel 5 Essen-Trinken-Einkaufen Speisekarte
Speisekarte Was ist was? Ordnen Sie zu. warme Getränke kalte Getränke Frühstück kleine Speisen Apfelsaft Bio-Frühstück Cappuccino Cola, Fanta Ei, Brötchen, Butter, Marmelade Espresso Kaffee Käse-Sandwich
MehrHerr Schneider: -Ich nehme ein Glas Orangensaft. Dann esse ich Spiegeleier aber ohne Tomaten. Kann ich dazu Senf bekommen?
1.Frühstück im Hotel Ober: -Guten Morgen! Was wünschen Sie? Herr Schneider: -Ich nehme ein Glas Orangensaft. Dann esse ich Spiegeleier aber ohne Tomaten. Kann ich dazu Senf bekommen? Ober: -Selbstverständlich,
MehrWiederholung 3. 1)Dialoge a.ergänze den Dialog! Arzt: ? Maha:Es geht mir nicht so gut.
Deutsche Abteilung Name: 6. Klasse Klasse: Wiederholung 3 1)Dialoge a.ergänze den Dialog! Arzt:-------------------------------------------------------? Maha:Es geht mir nicht so gut. Arzt:Warum denn?hast
MehrSchritte plus Alpha 1: Transkriptionen der Hörtexte. Lektion: Guten Tag. Track 2 Lektion 1 A/a, Ananas, Apfel, Ampel
Schritte plus Alpha : Transkriptionen der Hörtexte Lektion: Guten Tag Track Lektion A/a, Ananas, Apfel, Ampel Track Lektion N/n, Nase, Nudeln, Nuss Track Lektion E/e, Ente, Erdbeere, Essen Track 5 Lektion
MehrManaret Heliopolis Sprachschule Wiederholung für 3. Klasse in der Grundschule
Manaret Heliopolis Sprachschule Wiederholung für 3. Klasse in der Grundschule Name:... Klasse:... essen Mögen = haben like ich esse mag habe du isst magst hast er, sie isst mag hat ihr esst mögt wir, sie
Mehr7,9. Antwoorden door een scholier 2331 woorden 17 december keer beoordeeld
Antwoorden door een scholier 2331 woorden 17 december 2008 7,9 20 keer beoordeeld Vak Duits Hoofdstuk 3 G 1: Hallo ich habe eine Frage. Wo ist die Supermarkt. 2: Nein ich wäre nie in diese Gegend. 3: Das
MehrTravel Eating Out. Eating Out - At the Entrance. Eating Out - Ordering food
- At the Entrance Ik wil graag een tafel reserveren voor _[aantal mensen]_ om _[tijdstip]_. Making a reservation Een tafel voor _[number of people]_ graag. Asking for a table Neemt u creditcards aan? Asking
MehrFORM 1 GERMAN - WRITTEN TIME: 1h 30min. In den Prüfungsteilen Lesen und Sprachbausteine findest du Texte und Anzeigen. Zu jedem Text gibt es Aufgaben.
Always Creative, Innovative, Professional Half Yearly Examinations 2014 LEVELS 4-5 - 6 FORM 1 GERMAN - WRITTEN TIME: 1h 30min Name: Class: LEVEL A1/ 1 Teil 3 und Teil 4: Lesen und Sprachbausteine In den
Mehr6. Das ist doch Waschmaschine, das ist ein Geschirrspüler. a). keine, b). nicht, c).kein, d). nichts
Ogólny test ze znajomości języka niemieckiego 1. Wie du? a). bist, b). heißen, c). heißt, d).sein 2. Mein Name Carola. a). sein, b). ist, c). heißt, d). heißen 3. Und kommst du? a). wo, b). woher, c).
Mehr6.Meine Schwester macht eine Ausbildung (bei- als- siet) Bankkauffrau. 7.Adam und Akmal (arbeiten- habt- machen) ein Praktikum als Journalisten.
Deutsche abteilung 11.Klasse Wählen Sie aus! 1.Omar (arbeitet- hat- macht) als Lehrer. 2.Als (Lehrer- arbeitet- macht) hat man keine Zeit. 3.Papa arbaitet (bei- als- bis) Siemens. 4.Ich habe einen Job
MehrWinter Camp - Einstufungstest Deutsch 2018
Winter Camp - Einstufungstest Deutsch 2018 Jeder Satz hat eine richtige Antwort. Entweder A, B, C oder D. Bitte kreuze die Antwort auf dem Antwortbogen A an. 1. Wie du? a) bin b) bist c) heissen d) heisst
MehrEINSTUFUNGSTEST PLUSPUNKT DEUTSCH A1. Autor: Dieter Maenner
EINSTUFUNGSTEST PLUSPUNKT DEUTSCH A1 Name: Datum: Bitte markieren Sie die Lösung auf dem Antwortblatt. Es gibt nur eine richtige Antwort. 1 Guten Tag, mein Name Christine Schmidt. a) ist b) sein c) heiße
MehrName: Klasse: Arbeitsblätter 1
Deutsch als 2.Fremdsprache 1 2.Oberschule Name:----------------------------------------------Klasse:--------------------Arbeitsblätter 1 1-Wählen Sie die richtige Antwort aus! 1. Der ( Hotelfachmann -
MehrWie man eine glückliche Person ist
- Notfall Ik moet naar het ziekenhuis Sagen, dass man in ein Krankenhaus gebracht werden muss Ik voel me niet lekker. Ik moet onmiddelijk naar de dokter! Um unverzügliche medizinische Hilfe bitten Help!
MehrSeite I. Das brauch ich jeden Tag! Häufig gebrauchte Nomen und ihre Artikel 3 8
INHALT 2 Seite I. Das brauch ich jeden Tag! Häufig gebrauchte Nomen und ihre Artikel 3 8 II. Das ist mein Zuhause! Nomen und ihre Artikel aus dem Wortfeld Familie und Zuhause 9 4 III. Das schmeckt mir!
MehrErste Hilfe Deutsch Schreibübungen Lösungen
Fotos: Cover Corbis/moodboard; Libyen Thinkstock/iStock/sigurcamp; Nigeria Thinkstock/iStock/RedlineVector Erste Hilfe Deutsch Schreibübungen Lösungen A a, B b, C c D d, E e, F f G g, H h, I i Fotos: Hose
MehrKULLEĠĠ SAN BENEDITTU Boys Secondary, Kirkop
KULLEĠĠ SAN BENEDITTU Boys Secondary, Kirkop Mark HALF-YEARLY EXAMINATION 2011/12 FORM 1 GERMAN - WRITTEN TIME: 1h 30min Name: Class: LEVEL A1 / 1 Teil 3 und Teil 4: Lesen und Sprachbausteine In den Prüfungsteilen
Mehr2.Vorbereitungsschule Name : Klasse:
2.Vorbereitungsschule Name : ---------------------------------------------- Klasse: --------------- Lektion 10 Meine Klamotten -Nominativ Bestimmter Artikel der das die die Pl. Unbestimmter Artikel ein
MehrIntensivtrainer A1/A2 Hören und Sprechen Audioskript A1
Kapitel : Wer bin ich? Track A : Aufgabe a Mein Name ist Tim und ich komme aus Deutschland. Ich bin zwanzig Jahre alt und ich wohne in Berlin. Mein Name ist Maria und ich komme aus Österreich. Ich bin
MehrSTEINER OVER LEREN LEZEN EN SCHRIJVEN: Welk lettertype moeten de kinderen in de eerste klas leren? Luc Cielen
STEINER OVER LEREN LEZEN EN SCHRIJVEN: Welk lettertype moeten de kinderen in de eerste klas leren? Luc Cielen In 1919 was het in de Duitse scholen de gewoonte dat de kinderen in de eerste klas zowel het
MehrWiederholung für die 1.Klasse (Vorbereitungsschule)
Wiederholung für die 1.Klasse (Vorbereitungsschule) Übung 1: Lies die Texte! Hallo Samy, danke für deine E-Mail! Meine Familie ist nicht so klein wie deine. Ich habe drei Geschwister: Zwei Brüder, Max
MehrLAAS STUFE PRE A1. PRÜFUNG English DEUTSCH Language Examinations JUNI 2014 SPRACHPRÜFUNG DEUTSCH. Zertifikat anerkannt durch ICC
NAME PRÜFUNG English DEUTSCH Language Examinations LAAS EVALUATIONSSYSTEM DER SPRACHKENNTNISSE December MAI 2002 2010 SPRACHPRÜFUNG DEUTSCH STUFE PRE A1 Zertifikat anerkannt durch ICC HINWEISE JUNI 2014
Mehr6.Meine Schwester macht eine Ausbildung (bei- als- siet) Bankkauffrau. 7.Adam und Akmal (arbeiten- habt- machen) ein Praktikum als Journalisten.
Deutsche abteilung 11.Klasse (model answer) Wählen Sie aus! 1.Omar (arbeitet- hat- macht) als Lehrer. 2.Als (Lehrer- arbeitet- macht) hat man keine Zeit. 3.Papa arbaitet (bei- als- bis) Siemens. 4.Ich
MehrNAME.. LAAS SPRACHKENNTNISBEWERTUNGSSYSTEM STUFE PRE - A1. Zertifikat anerkannt durch ICC HINWEISE: Gib auf jede Frage nur eine Antwort.
NAME.. LAAS SPRACHKENNTNISBEWERTUNGSSYSTEM STUFE PRE - A1 Zertifikat anerkannt durch ICC PRÜFUNG English DEUTSCH Language Examinations HINWEISE: Schreibe bitte auf diese Seite oben deinen Namen. Beantworte
MehrN Ergänzen Sie / Schreiben Sie
zu Tangram 1A Seite 1/5 N Ergänzen Sie / Schreiben Sie 1. Sind Sie Frau Lichtblau? - Nein, ich... Frau Kuplich. 2. Ich heiße Peter, und du? Wie... du? 3. Was sind die Leute von Beruf? - Er... Kellner und
MehrDeutsch. Wiederholung. 9. Klasse
Deutsch Wiederholung 9. Klasse Wähle aus! 1. ( Könnten Könntest Könnte ) Sie bitte das Licht anmachen? 2. ( Könnte Könntest Könnten ) du bitte das Radio anmachen? 3. ( Würden Würdet Würdest ) du die Rechnung
MehrBuurtaal / Nachbarsprache. Grundschule Uelsen Basisschool De Smithoek
Buurtaal / Nachbarsprache Grundschule Uelsen Basisschool De Smithoek De talen lijken op elkaar Die Sprachen sind ähnlich Waarom / Warum omdat / weil Regionaal samenwerken versterkt Elkaars cultuur kennen
MehrPraktikum in Deutschland
Praktikum in Deutschland Stell dir vor du machst in den Sommerferien ein Praktikum in Deutschland. Plane deinen kompletten Aufenthalt in Deutschland mit allem was dazu gehört! Das Praktikum machst du natürlich
MehrEINSTUFUNGSTEST. Autor: Dieter Maenner
EINSTUFUNGSTEST Name: Datum: Bitte markieren Sie die Lösung auf dem Antwortblatt. Es gibt nur eine richtige Antwort. 1. heißen Sie? a) Was b) Wo c) Wie d) Wer 2. Mein Name Anna Wodner. a) hat b) heißt
MehrGriechisches Staatszertifikat Deutsch
ΥΠΟΥΡΓΕΙΟ ΠΟΛΙΤΙΣΜΟΥ, ΠΑΙΔΕΙΑΣ ΚΑΙ ΘΡΗΣΚΕΥΜΑΤΩΝ ΚΡΑΤΙΚΟ ΠΙΣΤΟΠΟΙΗΤΙΚΟ ΓΛΩΣΣΟΜΑΘΕΙΑΣ Griechisches Staatszertifikat Deutsch NIVEAU Α (&) PHASE 4: Mündlicher Ausdruck und Sprachmittlung Aufgabenstellung Mai
MehrThema 4 Die Schule. 4.1 Ich besuche. Zweiter Teil. Transcripts. References. Thema. Student Book, page 35, exercise 3 Audio-CD 1, track 19
Die Schule.1 Ich besuche Student Book, page 35, exercise 3 Audio-CD 1, track 19 Christoph Lara Lukas Ich besuche eine Hauptschule für Jungen. Die Schule ist eigentlich ganz alt und klein, es gibt nur 300
MehrWortkarten zum PRD-Zielvokabular-Poster für LoGoFoXX 60
Wortkarten zum PRD-Zielvokabular-Poster für LoGoFoXX 60 Inhaltsverzeichnis Leute S. 02-05 Floskeln S. 06-07 Verben S. 08-17 Adjektive S. 18-25 Adverbien S. 26-29 Präpositionen S. 30-32 Konjunktionen S.
Mehr