Toelichting Aangifte omzetbelasting Voor niet in Nederland gevestigde startende ondernemers

Belastingdienst 2012 Toelichting Aangifte omzetbelasting Voor niet in Nederland gevestigde startende ondernemers Explanatory notes Turnover tax Return For starting entrepreneurs who are not based in the Netherlands Erläuterungen zur Umsatzsteuererklärung Für nicht in den Niederlanden ansässige Unternehmer (Existenzgründer) OB 141-1T22FD BUI

Leeswijzer Dit is de Toelichting bij de aangifte omzetbelasting voor niet in Nederland gevestigde startende ondernemers. Zie pagina 3. Manual This booklet contains the Explanatory notes to the turnover tax return for starting entrepreneurs who are not based in the Netherlands. See page 7. Lesehilfe Diese Broschüre enthält die Erläuterung der Umsatzsteuererklärung für nicht in den Niederlanden ansässige Unternehmer (Existenzgründer). Siehe Seite 11.

Wat leest u in deze toelichting? Deze toelichting bij de aangifte omzetbelasting bestaat uit twee delen: algemene informatie die u kunt lezen voordat u de aangifte invult toelichting bij de vragen van de aangifte omzetbelasting Algemene informatie Altijd aangifte doen U moet altijd aangifte doen, ook als u over een aangiftetijdvak niets hoeft te betalen of terugkrijgt. Hebt u geen bedrijfsactiviteiten omdat u uw ondernemingis gestopt? Geef dan schriftelijk door wanneer u bent gestopt. Zolang u van ons een aangifte krijgt, bent u verplicht om aangifte te doen. Aangifte op tijd doen Op de voorkant van de aangifte staat wanneer uw aangifte uiterlijk bij ons binnen moet zijn. Als u te laat aangifte doet, krijgt u een naheffingsaanslag en moet u mogelijk een boete betalen. Aangifte invullen Vul de aangifte in met blauwe of zwarte inkt. Rond alle bedragen af op hele euro s. Dit mag u in uw voordeel doen. Zet bij negatieve bedragen een minteken (-) in het eerste invulhokje. Belasting betalen Als u btw moet betalen (het bedrag bij vraag 5e is positief), krijgt u een naheffingsaanslag. Wacht met betalen tot u de naheffingsaanslag hebt ontvangen. Op de aanslag staat hoe u de belasting kunt betalen. Betaalt u vanuit het buitenland? Gebruik dan altijd het ibannummer nl86 ingb 0002 4455 88, met de bankcode (ook wel BICcode) ingbnl2a. U kunt ook met een cheque betalen. De eventuele kosten hiervan komen voor uw rekening. Teruggaaf van btw vragen Als u btw terugkrijgt (het bedrag bij vraag 5e is negatief), krijgt u een teruggaafbeschikking. Is uw rekeningnummer nog niet bij ons bekend? Bij de aangifte is een formulier gevoegd waarop u kunt aangeven op welk rekeningnummer u de teruggaaf wilt ontvangen. Stuur het formulier terug naar: Belastingdienst/Centrale administratie, Postbus 680, 7300 ar Apeldoorn, Nederland. Als u over een vorig aangiftetijdvak nog btw terug moet krijgen, kunt u ons vragen die teruggaaf te verrekenen met de belasting die u over het huidige tijdvak moet betalen. Het is ook mogelijk om de teruggaaf van btw over een bepaald tijdvak te verrekenen met de loonheffingen die u moet betalen over hetzelfde tijdvak..gebruik daarvoor het formulier Verzoek Loonheffingen Verrekening met teruggaaf btw. U kunt dit formulier downloaden op onze internetsite. Aangifte corrigeren Hebt u een vergissing gemaakt in uw aangifte? Corrigeer uw aangifte dan zodra u de fout ontdekt. Gebruik hiervoor het formulier Suppletie omzet belasting. Met dit formulier moet u alsnog de juiste en volledige gegevens aan de Belastingdienst verstrekken. Dit hoeft u alleen maar te doen als het saldo van de onjuistheden of onvolledigheden meer dan 1.000 bedraagt (te betalen of terug te ontvangen). Als blijkt dat u 1.000 of minder terugkrijgt of moet betalen, dan kunt u het saldo verrekenen op uw eerstvolgende aangifte. Houd er rekening mee dat u dan geen teruggaafbeschikking of naheffingsaanslag krijgt. U vindt het suppletieformulier als download op onze internetsite. Het gebruik van een suppletieformulier is verplicht bij een correctie op uw aangifte van meer dan 1.000. Bezwaar tegen de aangifte Hebt u bezwaar tegen het bedrag dat u hebt aangegeven en betaald? Dan moet u binnen zes weken na de dag van betaling schriftelijk bezwaar maken bij uw belastingkantoor. Hebt u bezwaar tegen het bedrag dat u hebt teruggevraagd? Dan moet u binnen zes weken na de datum van de terug gaaf beschikking schriftelijk bezwaar maken bij uw belastingkantoor. Bezwaar tegen aanslag of beschikking Bent u het niet eens met de naheffingsaanslag of de teruggaaf beschikking die u van ons hebt ontvangen? Dan moet u binnen zes weken schriftelijk bezwaar maken bij uw belastingkantoor. Wijzigingen doorgeven Op de aangifte staan uw naam, adres en rekeningnummer voor teruggaaf. Als deze gegevens niet juist zijn, vermeld dan de juiste gegevens op de voorkant van de aangifte. Bijlagen Voegt u bijlagen bij de aangifte? Vermeld dan op elke bijlage uw naam, kenmerk en btw-nummer. U vindt deze gegevens op de voorkant van het aangifteformulier. Fraude melden Als ondernemer kunt u ongemerkt betrokken raken bij btw-carrouselfraude. Bij deze vorm van fraude draagt een ondernemer geen btw aan de Belastingdienst af, terwijl hij die btw wel aan u in rekening brengt. En dat kan voor u vervelende gevolgen hebben. Normaal gesproken kunt u btw die u betaalt over uw inkoop en kosten, aftrekken als voorbelasting. Als u wist of had moeten weten dat u betrokken was bij btwcarrouselfraude, dan kunnen wij u deze btw-aftrek weigeren. Vermoedt u dat u betrokken bent bij btw-carrouselfraude? Meld ons dat dan via de BelastingTelefoon: +31 55 5 385 385. Voorbeelden van btw-carrouselfraude vindt u op www.belastingdienst.nl. Meer informatie Hebt u nog vragen of wilt u een brochure bestellen? Kijk dan op www.belastingdienst.nl. Of bel de Belasting Telefoon Buitenland: +31 55 5 385 385, van maandag tot en met donderdag van 08.00 tot 20.00 uur en op vrijdag van 08.00 tot 17.00 uur. Het correspon dentie-adres is Belastingdienst/Limburg/kantoor Buitenland, Postbus 2865, 6401 dj Heerlen, Nederland. Toelichting bij de vragen De aangifte moet u invullen voor alle activiteiten binnen Nederland. Als u vraag 1 en/of 3 invult, moet u kopieën van de facturen meesturen. Stuur ook een bijlage mee met daarop de specificaties van de facturen. Vermeld de volgende gegevens: factuurdatum factuurnummer naam en adres van de afnemer btw-identificatienummer van de afnemer omschrijving van de levering vergoeding voor de levering btw totaalbedrag van de factuur Als u vraag 2, 4 en/of 5b hebt ingevuld, moet u originele facturen meesturen. Stuur een bijlage mee met daarop de specificaties van de facturen. Vermeld de volgende gegevens: factuurdatum factuurnummer naam en adres van de leverancier btw-identificatienummer van de leverancier omschrijving van de levering vergoeding voor de levering btw totaalbedrag van de factuur 1 Prestaties binnenland Leveringen van goederen U levert goederen als u: goederen verkoopt goederen in huurkoop geeft onroerende zaken bouwt en oplevert, zoals woningen of bedrijfspanden goederen levert en installeert of monteert, bijvoorbeeld een zonnescherm of een keuken goederen intern levert Ook een vestiging van of verandering in rechten op onroerende zaken (bijvoorbeeld recht van erfpacht, opstal en erfdienstbaarheid) kunt u zien als levering. Meer informatie hierover vindt u op www.belastingdienst.nl. Interne levering van goederen Wij spreken van een interne levering als: u goederen uit uw bedrijf gebruikt voor andere doeleinden dan bedrijfsdoeleinden, bijvoorbeeld voor privégebruik Het privégebruik van bedrijfsgoederen geeft u aan bij vraag 1d. u in uw bedrijf goederen hebt gemaakt die u gaat gebruiken voor bedrijfsactiviteiten die (deels) zijn vrijgesteld van btw Als u deze goederen bij een andere ondernemer zou kopen, 3

hebt u ook geen (volledig) recht op aftrek van btw hebben. Deze interne levering geeft u aan bij vraag 1a of 1b zou u geen (volledig) recht op aftrek van btw hebben. Deze interne levering geeft u aan bij vraag 1a of 1b. u goederen houdt voor privégebruik na beëindiging van uw bedrijf De btw over de waarde van deze bedrijfsgoederen geeft u aan bij vraag 1d. U doet dit in de aangifte over het tijdvak waarin de goederen overgaan naar uw privévermogen. Diensten Het begrip diensten is heel ruim. Diensten zijn voor de btw alle handelingen waarvoor u een vergoeding vraagt en die geen leveringen van goederen zijn. Onder diensten verstaan wij ook: het uitvoeren van werkzaamheden Bijvoorbeeld reparaties, maar ook diensten van kappers, boekhouders, adviseurs, verhuurders, bioscoopexploitanten en bemiddelaars. iets juist niet doen Iemand die tegen betaling een bepaalde handeling niet uitvoert, verleent ook een dienst. interne diensten Interne dienst Wij spreken van een interne dienst als: u goederen uit uw bedrijf gebruikt voor diensten voor andere doeleinden dan bedrijfsdoeleinden, bijvoorbeeld voor privégebruik Het privégebruik van deze bedrijfsgoederen geeft u aan bij vraag 1d. u een dienst levert zonder vergoeding voor andere dan bedrijfsdoeleinden, bijvoorbeeld voor privégebruik Bijvoorbeeld: u bent aannemer en u laat uw personeel een aanbouw plaatsen aan uw eigen huis. Deze interne diensten geeft u aan bij vraag 1d. Btw berekenen bij interne leveringen van goederen en diensten Bij interne leveringen van goederen en diensten brengt u geen vergoeding in rekening. U berekent daarom als volgt de btw: Als u bedrijfsgoederen onttrekt voor privégebruik, dan berekent u de btw over de waarde van de goederen op het moment van de interne levering. Als de waarde niet bekend is, bereken dan de btw over de kostprijs van de goederen op het tijdstip van de interne levering. Als u bedrijfsgoederen privé gebruikt, dan berekent u de btw over de uitgaven die u hebt gedaan voor de goederen. Als u interne diensten levert, gaat u uit van de kostprijs van deze diensten. U hoeft een interne levering van goederen of diensten alleen aan te geven, als u de btw over dit goed of deze dienst geheel of gedeeltelijk hebt afgetrokken. Hoog tarief van 19% naar 21% Sinds 1 oktober 2012 is het hoge btw-tarief gewijzigd van 19% naar 21%. Over 2012 hebt u dus te maken met twee hoge btw-tarieven. Op de aangifte staat daarom geen percentage, maar alleen hoog tarief. Het lage tarief blijft 6%. Overgangsregeling bij de wijziging van hoge btw tarief Bij de wijziging van het hoge tarief van 19% naar 21% geldt een overgangsregeling. Meer informatie hierover vindt u op www.belastingdienst.nl. 1a en 1b Leveringen/diensten belast met hoog of laag tarief Vul in de linkerkolom het bedrag in waarover u btw moet betalen. Het gaat om de omzet voor het leveren van goederen en diensten exclusief btw. Vul in de rechterkolom de btw in. Het lage tarief (6%) geldt alleen voor leveringen van goederen en diensten die in tabel 1 bij de Wet op de omzetbelasting genoemd zijn. Margeregeling Handelt u in gebruikte goederen en maakt u gebruik van de margeregeling? Vul dan in de linkerkolom de winstmarge in en in de rechterkolom de btw die u daarover moet betalen. Als u zowel margeomzet als normale omzet hebt, telt u de btw bij elkaar op. Over een negatieve winstmarge mag u geen btw berekenen en aftrekken van de btw over uw normale omzet. Meer informatie over de margeregeling vindt u op www.belastingdienst.nl. 1c Leveringen/diensten belast met overige tarieven, behalve 0% Vul deze vraag onder andere in de volgende situaties in: U hebt een sportkantine en u kiest ervoor om het forfaitaire tarief van 11% btw te betalen over uw totale kantineontvangsten inclusief btw. U hebt een bedrijfskantine en u kiest ervoor om het forfaitaire tarief van 6% btw te betalen over uw totale kantineontvangsten inclusief btw. 1d Privégebruik Vul deze vraag alleen in de laatste aangifte van het jaar in. Vermeld de btw die u moet betalen over het privégebruik. Hiermee corrigeert u de btw die u in het afgelopen jaar hebt afgetrokken voor goederen en diensten die u geheel of gedeeltelijk privé gebruikt. Bijvoorbeeld: privégebruik van de auto van de zaak privégebruik van gas, water, elektra en telefoon privégebruik van bedrijfsgoederen Hebt u uw bedrijf beëindigd en houdt u goederen voor privégebruik? Wacht dan niet tot de laatste aangifte van het jaar, maar geef de btw over de waarde van deze goederen aan in de aangifte over het tijdvak waarin de goederen overgaan naar uw privévermogen. 1e Leveringen/diensten belast met 0% of niet bij u belast Vul hier alleen goederen en diensten in die u in Nederland levert. Vul hier onder meer in: leveringen van goederen en diensten in Nederland die vallen onder het 0%-tarief leveringen van tabaksproducten leveringen van goederen en diensten bij onderaanneming en uitlening van personeel in de bouw, de scheepsbouw, de metaalconstructie en de confectie-industrie waarbij de btw is verlegd naar de afnemer leveringen van onroerende zaken, bijvoorbeeld een bedrijfspand, waarbij u en de koper hebben gekozen voor belaste levering en waarbij de btw is verlegd naar de koper. leveringen van mobiele telefoons of (computer)chips (sinds 1 juni 2012) waarbij koper en verkoper hebben gekozen om de btw te verleggen. leveringen van afval en oude materialen waarbij de btw is verlegd naar de afnemer U vult hier ook diensten in die te maken hebben met de verwerking van afval en oude materialen waarbij de btw is verlegd naar de afnemer. Leveringen van goederen en diensten die onder een vrijstelling vallen, hoeft u niet aan te geven. Levert u goederen naar of diensten in het buitenland? Vul deze dan in bij vraag 3. 2 Verleggingsregelingen binnenland 2a Leveringen/diensten waarbij de heffing van omzetbelasting naar u is verlegd Vul deze vraag alleen in als: er goederen binnen Nederland aan u zijn geleverd, waarbij de btw naar u is verlegd u diensten hebt afgenomen, waarbij een Nederlandse ondernemer de btw naar u heeft verlegd Als de btw naar u is verlegd, moet u als afnemer de btw aangeven. De leverancier vermeldt geen btw op de factuur, maar vermeldt in plaats daarvan btw verlegd. Het gaat bijvoorbeeld om de volgende situaties: U hebt goederen en/of diensten afgenomen waarbij onderaannemers of uitleners van personeel in de bouw, de scheepsbouw, de metaalconstructie en de confectie-industrie de btw naar u hebben verlegd. Er zijn onroerende zaken, bijvoorbeeld een bedrijfspand, aan u geleverd en u hebt met de verkoper gekozen voor een belaste levering. Er zijn mobiele telefoons of (computer)chips aan u geleverd (vanaf 1 juni 2012), waarbij gekozen is om de btw naar u te verleggen. U hebt leveringen en/of diensten van afval en oude materialen afgenomen waarbij de btw naar u is verlegd. De btw moet u zelf uitrekenen. Dit bedrag kunt u (zie voor de voorwaarden de toelichting bij vraag 5b) als voorbelasting aftrekken bij vraag 5b. Per saldo betaalt u dan geen btw. Toch moet u vraag 2a en 5b volledig invullen. 3 Prestaties naar of in het buitenland 3a Leveringen naar landen buiten de EU (uitvoer) Vul hier de omzet in van goederen die u hebt uitgevoerd vanuit Nederland naar landen buiten de EU. Het gaat hier ook om goederen die onder het stelsel van douane-entrepot worden gebracht. 4

3b Leveringen naar of diensten in landen binnen de EU Vul hier het bedrag in van de goederen en diensten die u hebt geleverd binnen de EU (uw intracommunautaire prestaties). Het bedrag dat u bij deze vraag invult, moet u specificeren in de Opgaaf intracommunautaire prestaties (ICP). Als u een opgaaf ICP nodig hebt, kunt u bellen met de BelastingTelefoon Buitenland: +31 55 5 385 385. Bij de intracommunautaire leveringen van goederen gaat u uit van de factuurdatum, ook als de feitelijke levering in een volgend tijdvak plaatsvindt. Bij de intracommunautaire diensten gaat u uit van het tijdvak waarin deze diensten worden geleverd. De factuurdatum is hierbij niet van belang. Intracommunautaire leveringen van goederen Bij intracommunautaire leveringen van goederen gaat het om: goederen die u hebt geleverd aan een ondernemer in een ander EU-land U hebt deze goederen vervoerd (of laten vervoeren) naar een ander EU-land. De afnemer moet btw aangeven over de verwerving van deze goederen. een nieuw vervoermiddel dat u hebt geleverd aan een particulier in een ander EU-land eigen goederen die u hebt overgebracht naar een ander EU-land Levert u een nieuw vervoermiddel aan een particulier in een ander EU-land? Dan kunt u deze levering niet opnemen in de opgaaf ICP, omdat de particulier geen btw-identificatienummer heeft. Stuur daarom een kopie van de verkoopfactuur en een begeleidende brief met daarin uw btw-identificatienummer en het tijdvak naar: Belastingdienst/Central Liaison Office, Postbus 378, 7600 AJ Almelo Voor intracommunautaire leveringen van goederen mag u het 0%-tarief toepassen. U moet dan wel voldoen aan de volgende twee voorwaarden: U kunt aan de hand van uw administratie aantonen dat de goederen naar een ander EU-land zijn vervoerd. U kunt aantonen dat u goederen hebt geleverd aan een ondernemer met een geldig btw-identificatienummer. Intracommunautaire diensten Bij intracommunautaire diensten gaat het om diensten die u hebt geleverd aan een ondernemer in een ander EU-land. Deze ondernemer moet in het eigen land btw aangeven. Levert u een van de onderstaande diensten? Dan hebt u te maken met een uitzondering. De volgende diensten hoeft u niet aan te geven in uw aangifte en ook niet op uw opgaaf ICP: diensten die te maken hebben met onroerend goed, bijvoorbeeld verhuur en onderhoud personenvervoer diensten die te maken hebben met het verlenen van toegang tot evenementen op het gebied van cultuur, kunst, sport, wetenschap, ontspanning of onderwijs Bijvoorbeeld muziekuitvoeringen, toneelvoorstellingen, circusvoorstellingen, kermissen, sportevenementen, filmvertoningen, beurzen en tentoonstellingen. diensten die restaurants en cateringbedrijven leveren verhuur van een vervoermiddel voor een aaneengesloten periode van maximaal dertig dagen of verhuur van een schip voor een aaneengesloten periode van maximaal negentig dagen Intracommunautaire diensten die in het land van uw afnemer zijn vrijgesteld van btw of zijn belast met 0%, hoeft u niet te vermelden in deze aangifte. Opgaaf aan Centraal Bureau voor de Statistiek Is het bedrag aan intracommunautaire leveringen van goederen meer dan 900.000 per jaar? Dan moet u deze leveringen maandelijks opgeven aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Neem voor meer informatie contact op met: CBS/Intrastat Infodesk Antwoordnummer 5050 6400 WC Heerlen, Nederland Telefoon: +31 45 570 64 00 E-mail: contactcenter@cbs.nl 3c Installatie/afstandsverkopen binnen de EU Vul hier de omzet in van: het monteren of installeren van goederen in een ander EU-land dan Nederland de levering van goederen in andere EU-landen dan Nederland volgens de regeling van afstandsverkopen Deze regeling is van toepassing als aan alle volgende voorwaarden is voldaan: Uw klant is: een particulier óf een landbouwer die onder de landbouwregeling valt óf een ondernemer die alleen vrijgestelde goederen levert óf een rechtspersoon die geen ondernemer is U zorgt voor het vervoer van de goederen naar uw klant. Het totaalbedrag van deze leveringen komt uit boven een bepaald drempelbedrag. Dit drempelbedrag is per EU-land verschillend. U vindt de drempelbedragen op www.belastingdienst.nl. Bij installatie en montage van goederen moet u btw betalen in het EU-land waar de installatie of montage plaatsvindt. Is er sprake van afstandsverkopen, dan moet u btw betalen in het EU-land waar de goederen naartoe gaan. 4 Prestaties vanuit het buitenland aan u verricht 4a Leveringen/diensten uit landen buiten de EU Vul deze vraag in de volgende gevallen in: U hebt goederen ingevoerd van buiten de EU én u hebt daarbij gebruikgemaakt van de verleggingsregeling bij invoer. U doet dan wel aangifte bij de Douane, maar de btw geeft u aan op uw aangifte omzetbelasting. Hiervoor hebt u een vergunning nodig. Die kunt u schriftelijk bij ons aanvragen. Voert u bepaalde ruwe grondstoffen in die in de wet zijn genoemd, dan is verlegging bij invoer verplicht. U hebt dan geen vergunning nodig. U hebt diensten afgenomen van een ondernemer van buiten de EU, die de btw naar u heeft verlegd. U moet dan in Nederland btw aangeven. Vul in de linkerkolom de waarde in van de goederen en diensten die van buiten de EU aan u zijn geleverd. In de rechterkolom geeft u de btw aan. U hoeft deze bedragen niet te splitsen naar de verschillende btwtarieven. De btw kunt u onder bepaalde voorwaarden (zie de toelichting bij vraag 5b) als voorbelasting aftrekken bij vraag 5b. Per saldo betaalt u dan geen btw. Toch moet u vraag 4a en 5b volledig invullen. 4b Leveringen/diensten uit landen binnen de EU Vul deze vraag in de volgende gevallen in: U hebt goederen gekocht van ondernemers uit andere EU-landen en die goederen zijn naar Nederland vervoerd. Dit heet een intracommunautaire verwerving. U moet dan in Nederland btw aangeven. Uw leverancier heeft geen buitenlandse btw in rekening gebracht. U hebt diensten afgenomen van een ondernemer uit een ander EU-land, die de btw naar u heeft verlegd. U moet dan in Nederland btw aangeven. Vul in de linkerkolom de aankoopprijs in van de goederen en diensten die van binnen de EU aan u zijn geleverd. In de rechterkolom geeft u de btw aan. U hoeft deze bedragen niet te splitsen naar de verschillende btw-tarieven. De btw kunt u onder bepaalde voorwaarden (zie de toelichting bij vraag 5b) als voorbelasting aftrekken bij vraag 5b. Per saldo betaalt u dan geen btw. Toch moet u vraag 4b en 5b volledig invullen. Intracommunautaire diensten moet u vermelden in het tijdvak waarin deze diensten worden geleverd. De factuurdatum is hierbij niet van belang. Opgaaf aan Centraal Bureau voor de Statistiek Is het bedrag aan intracommunautaire verwervingen meer dan 900.000 per jaar? Dan moet u hiervan maandelijks opgaaf doen aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Neem voor meer informatie contact op met: CBS/Intrastat Infodesk Antwoordnummer 5050 6400 WC Heerlen, Nederland Telefoon: +31 45 570 64 00 E-mail: contactcenter@cbs.nl 5 Voorbelasting, kleineondernemersregeling en eindtotaal 5b Voorbelasting Voorbelasting is Nederlandse btw op goederen en diensten die u voor uw onderneming hebt aangeschaft of afgenomen. De voorbelasting bestaat onder meer uit: btw die andere ondernemers aan u in rekening hebben gebracht btw die u moet betalen, omdat de btw naar u is verlegd Bijvoorbeeld door de toepassing van een verleggingsregeling (zie vraag 2a) voor: goederen en diensten die u hebt afgenomen waarbij onderaannemers of uitleners van personeel in de bouw, de scheepsbouw, de metaalconstructie en de confectie-industrie de btw naar u hebben verlegd 5

aan u geleverde onroerende zaken, bijvoorbeeld een bedrijfspand, waarbij u en de verkoper hebben gekozen voor belaste levering goederen die u hebt afgenomen van een buitenlandse leverancier die geen vaste inrichting in Nederland heeft, én waarbij deze levering heeft plaatsgevonden in Nederland leveringen van goederen en diensten die te maken hebben met afval en oude materialen, waarbij de omzetbelasting naar u is verlegd btw die u moet aangeven voor de invoer van goederen waarbij de verleggingsregeling bij invoer is toegepast (zie vraag 4a) btw die u voor de invoer van goederen aan de Douane hebt betaald btw die u moet aangeven (zie vraag 4b) voor: een goederenlevering van een ondernemer uit een ander EU-land aan u (intracommunautaire verwerving) diensten die een buitenlandse ondernemer aan u heeft geleverd, waarbij de btw naar u is verlegd vanaf 1 juni 2012 aan u geleverde mobiele telefoons of (computer) chips, waarbij gekozen is om de btw naar u te verleggen btw op agrarische producten en diensten Als u producten of diensten afneemt van een ondernemer die onder de landbouwregeling of onder de veehandelsregeling valt, mag u 5,4% btw als voorbelasting aftrekken van de prijs die u hebt betaald (tot 1 oktober 2012 was dit 5,1%). U moet wel een zogenoemde land bouwverklaring hebben. De leverancier moet die verstrekken. Voorwaarden voorbelasting De btw die u als voorbelasting aftrekt, moet u kunnen aantonen met facturen die aan de wettelijke eisen voldoen. U vindt deze eisen op www.belastingdienst.nl. U mag de btw die u hebt betaald over de inkoop van goederen en diensten alleen aftrekken als u voldoet aan de volgende twee voorwaarden: U gebruikt de goederen en diensten zakelijk, dat wil zeggen voor uw bedrijf. De btw over goederen en diensten die u uitsluitend privé gebruikt, is niet aftrekbaar. U gebruikt de goederen en diensten voor activiteiten die belast zijn met btw. U kunt geen btw als voorbelasting aftrekken als u de goederen en diensten gebruikt voor vrijgestelde bedrijfsactiviteiten. Leveringen van goederen en diensten waarvan de btw-heffing wordt verlegd naar de afnemer of waarop het 0%-tarief van toepassing is, gelden ook als belaste bedrijfsactiviteiten. Het is mogelijk dat u goederen inkoopt of diensten afneemt die u: gebruikt voor zakelijke doeleinden én privédoeleinden gebruikt voor belaste én vrijgestelde bedrijfsactiviteiten In deze gevallen is er sprake van gemengd gebruik. Hiervoor gelden andere regels. Gemengd gebruik: belast zakelijk en privégebruik Koopt u goederen die u zowel zakelijk voor belaste doeleinden als privé gebruikt? Dan kunt u kiezen tot welk vermogen u de goederen rekent. Actuele informatie hierover vindt u op www.belastingdienst.nl. Gemengd gebruik: belaste en vrijgestelde bedrijfsactiviteiten Levert u zowel belaste als vrijgestelde goederen en diensten? Dan kunt u alleen de btw voor uw belaste bedrijfsactiviteiten aftrekken. De btw voor vrijgestelde bedrijfsactiviteiten kunt u niet aftrekken. U moet dan de btw splitsen in een aftrekbaar en een niet-aftrekbaar deel. U splitst de btw op basis van de verhouding tussen belaste en vrijgestelde omzet. Als u kunt aantonen dat het werkelijke gebruik anders is, kunt u de btw ook splitsen op basis van het werkelijke gebruik voor belaste en vrijgestelde bedrijfsactiviteiten. De btw over bepaalde zakelijke kosten kunt u niet aftrekken. Het gaat bijvoorbeeld om: inkopen die u gebruikt voor vrijgestelde bedrijfsactiviteiten eten en drinken in horecagelegenheden inkopen die u gebruikt voor personeelsvoorzieningen als het voordeel voor de werknemer meer is dan 227 per jaar 5e Totaal te betalen of terug te vragen Hier rekent u uit wat u moet betalen of wat u terugkrijgt. Hoeft u over een aangiftetijdvak niets te betalen en krijgt u ook niets terug? Vermeld dan hier een nul. Krijgt u een bedrag terug? Specificeer het bedrag van de teruggaaf dan op een bijlage. 6

What can be found in these explanatory notes? These explanatory notes to the vat return consist of two parts: general information that you can read before filling out the return notes to the questions in the vat return General information Always file a tax return You must always file a return, even if you do not need to pay or receive back any vat over a certain tax period. If you do not conduct any business operations because you have discontinued your enterprise, please report the date on which you discontinued your operations to us. As long as we continue to send you tax returns, you are obliged to file them. File your tax return on time The front page of your tax return states the date by which your return must be filed. If you submit your return too late then we will issue an assessment and you may have to pay a penalty. Filling out the return form Use only blue or black ink to fill out the return. Round all amounts to whole euros. You may do so to your advantage. Place a minus sign (-) in the first box in the case of negative amounts. Paying tax If you have to pay vat (if the amount given for question 5e is positive), we will impose an assessment. Do not pay until you have received the assessment. The return form explains how to pay the tax. If you are paying from abroad, always use iban number nl86 ingb 0002 4455 88, with bank code (or Swift code) ingbnl2a. You can also pay by cheque. The costs, if any, are payable by you. Claiming a VAT refund If you are to receive a refund of vat (if the amount given for question 5e is negative), you will receive a refund decision. Is your bank account number unknown to us? Enclosed with the return is a form on which you can specify the number of the account into which you wish us to pay the refund. Send the form to: Tax and Customs Administration/Central Liaison Office, po Box 680, 7300 ar Apeldoorn, the Netherlands. If you are to receive a vat refund for a previous filing period, you may ask us to offset that refund against the tax that you have to pay for the current period. It is also possible to offset your vat refund for a particular period against the wage tax and national insurance contributions payable for the same period. For this, you can use the form Verzoek Loonheffingen Verrekening met teruggaaf btw (Request for offsetting a turnover tax refund against a payroll tax return). You can download this form from our website. Adjustments to a return Have you made an error on your tax return? And paid too much or too little vat as a result? In that case, correct your return as soon as you have discovered the error. In order to do so, please use the form Suppletie omzetbelasting (Turnover tax supplement, only available in Dutch). You can use this form to provide the Tax and Customs Administration with the correct and complete data. You only have to do this if the balance of the incorrectness or incompleteness exceeds 1,000 (to be paid or to be refunded). If it appears that you are refunded or have to pay 1,000 or less, you can offset the balance against your next tax return. Please take into account that you will not receive e a refund decision or additional assessment in that case. You can download the supplementation form from our website. You must use a supplementation form in case of a correction to your tax return exceeding 1,000. Objection against the return If you wish to object against the amount you have declared and paid, you must file a written objection with your tax office within six weeks after the date on which you paid. If you wish to object against the amount for which you claimed a refund, you must file a written objection with your tax office within six weeks after the date of the refund decision. Objections against assessments and decisions If you do not agree with an assessment or a refund decision that you have received, you should file a written objection with your tax office within six weeks. Notifying us of changes The return form lists you name, address, and the bank account number for refunds. If that information is incorrect, you should state the correct information on the front page of the return. Enclosures If you have any additional documents to enclose with your return, each enclosure should state your name, reference and vat number. That information can be found on the front page of the return form. Reporting fraud As an entrepreneur, you may become unwittingly involved in vat carousel fraud. This form of fraud means that an entrepreneur is not paying vat to the Tax and Customs Administration, while they are charging you for it. This may have unpleasant consequences for you. Normally, you may deduct the vat you pay on your purchases and costs as input vat. If you were aware or should have been aware that you were involved in vat carousel fraud, the Tax and Customs Administration may refuse your vat deduction. If you suspect that you may be involved in vat carousel fraud, notify us through the Tax Information Line Non-Resident Tax Issues: +31 55 5 385 385. Examples of vat carousel fraud can be found on www.belastingdienst.nl. More information If you still have questions or wish to order a brochure, visit www.belastingdienst.nl or call the Tax Information Line Non-Resident Tax Issues: +31 55 5 385 385 85, Mondays to Thursdays from 8.00 a.m. to 8.00 p.m. and on Fridays from 8.00 a.m. to 5.00 p.m. The correspondence address is Tax and Customs Administration Limburg/Department of International Issues, po Box 2865, 6401 dj Heerlen, the Netherlands. Notes on the questions You are required to complete this tax return for all of your operations in the Netherlands. If you fill out questions 1 and/or 3, you must enclose copies of the invoices. You must also enclose an itemisation of the invoices. Include the following information: invoice date invoice number name and address of the recipient the recipient s vat identification number description of the good or service payment for the good or service vat total amount of the invoice If you have filled out questions 2, 4 and/or 5b, you must enclose the original invoices. You must enclose an itemisation of the invoices. Include the following information: invoice date invoice number name and address of the supplier the supplier s vat identification number description of the good or service payment for the good or service vat total amount of the invoice 7

1 Goods and services, domestic Supplies of goods You supply goods if you: sell goods provide goods under hire-purchase contracts build and deliver immovable property, such as homes and business premises supply and install or assemble goods, for example sunscreens or kitchens supply goods internally An establishment of or change in rights to immovable property (for example a long-term ground lease, building and planting right and easement) can also be regarded as a supply. More information about this can be found on www.belastingdienst.nl. Internal supplies of goods Examples of internal supplies of goods: You use goods from your business for other purposes besides business purposes, for example for private use. Private use of business assets should be declared at question 1d. You have manufactured goods in your business that you will use for your operations that are wholly or partially exempt from vat. If you had procured those goods from a different company, you would not be entitled to deduct some or all of the vat. These internal supplies should be declared at question 1a or 1b. You hold assets for private use after having discontinued your business. The vat on the value of these business assets should be declared at question 1d. You should declare that tax in your return for the period during which the assets were transferred to your private capital. Services Service is a very broad concept. For vat purposes, services are all acts for which you ask payment and that do not qualify as supplies of goods. Services also include: the performance of work For example repairs, but also the services of hairdressers, accountants, advisers, lessors, cinema operators and intermediaries. refraining from acting For example, someone who is paid not to perform a particular act is also providing a service. internal services Internal service Examples of internal services: You use assets from your business for services for other purposes besides business purposes, for example for private use. Private use of these business assets should be declared at question 1d. You supply a service without payment for other purposes besides business purposes, for example for private use. For example: you are a contractor and you have your employees build an extension to your own house. These internal services should be declared at question 1d. Calculating VAT on internal supplies of goods and services No consideration is charged for internal supplies of goods and services. The vat should therefore be calculated as follows: If you withdraw business assets for private use, you calculate the vat on the value of the assets at the moment of the internal supply. If the value is unknown, you should calculate the vat on the cost of the assets at the moment of the internal supply. If you use business assets for private purposes, you should calculate the vat on the expenses you incurred for those assets. If you supply internal services, the vat should be based on the cost of those services. You need only declare internal supplies of goods or services if you deducted some or all of the vat on that good or service. High rate from 19% to 21% As from 1 October 2012, the high turnover tax rate has changed from 19% to 21%. So for 2012, you are dealing with two high turnover tax rates. The tax return therefore does not state a percentage, but only high rate. You fill in the data for both rates. The low rate continues to be 6%. Transitional scheme for high turnover tax rate from 19% to 21% A transitional scheme applies when the high rate changes from 19% to 21%. More information about this can be found on www.belastingdienst.nl. 1a and 1b Supplies of goods/services taxed at a high or low rate State the amount on which you have to pay in the lefthand column. This is the turnover from supplies of goods and services, net of vat. Enter the vat in the right-hand column. The 6% rate only applies to supplies of goods and services listed in Table 1 of the Dutch vat Act (Wet op de omzetbelasting). Margin scheme If you trade in used goods and make use of the margin scheme, you must enter the profit margin in the left-hand column, and the vat payable in the right-hand column. If you have both margin turnover and normal turnover, you should add both types of vat together. You may not charge vat on a negative profit margin and deduct it from the vat on your normal turnover. More information about the margin scheme can be found on www.belastingdienst.nl. 1c Supplies/services taxes at other rates, except 0% Complete this question in, for example, the following situations: You own a sports canteen and you opt to pay the fixed rate of 11% turnover tax on your total canteen revenue including turnover tax. You own a works canteen and you opt to pay the fixed rate of 6% turnover tax on your total canteen revenue including turnover tax. 1d Private use Only answer this question in your final return for the year. State the vat payable on private use. This serves as an adjustment for the vat that you deducted during the past year for goods and services that you used in whole or in part for private purposes. For example: private use of a company car private use of gas, water, electricity and telephones private use of business assets If you have discontinued your business and hold goods for private use, you should not wait until your final return for the year, but instead should declare the vat on the value of those goods in your return for the period during which the goods were transferred to your private capital. 1e Supplies of goods/services tax at 0% or not taxed at your level Only declare goods and services that you supplied in the Netherlands. For example: supplies of goods and services in the Netherlands that are subject to the 0% rate supplies of tobacco products supplies of goods and services in connection with subcontracting or supplies of staff in the construction, maritime construction, metal construction and clothing industries where the vat has been reverse-charged to the recipient supplies of immovable property, such as business premises, where you and the recipient have opted for a supply subject to vat and where the vat has been reverse-charged the buyer supplies of mobile telephones or (computer)chips (since 1 June 2012) whereby the buyer and seller opted to reverse-charge the turnover tax supplies of waste and old materials, where the vat has been reversecharged to the recipient You should also declare services here that relate to the processing of waste and old materials where the vat has been reverse-charged to the recipient. Supplies of goods and services that qualify for an exemption need not be declared. If you supply goods or services abroad, you should declare these in question 3. 2 Reverse charge mechanism, domestic 2a Supplies of goods/services where the of VAT has been reverse-charged to you Only fill out this question if: goods have been supplied to you in the Netherlands, where the vat has been reverse-charged to you you have received services, where a Dutch enterprise has reversecharged the vat to you If the vat has been reverse-charged to you, you must declare the vat as the recipient. The supplier does not state any turnover tax on the invoice, but states btw verlegd (turnover tax reverse-charged) instead. 8

Examples include the following situations: You have received goods and/or services where subcontractors or suppliers of staff in the construction, maritime construction, metal construction and clothing industries have reverse-charged the vat to you. Immovable property, for example business premises, has been supplied to you and you and the seller have opted for a supply subject to vat. Mobile telephones or (computer)chips have been supplied to you (as from 1 June 2012), whereby the choice was made to reverse-charge the turnover tax to you. You have received goods and/or services of waste and old materials, where the vat has been reverse-charged to you. You must calculate the vat yourself. You may deduct this amount as input vat at question 5b (for the applicable conditions, see the notes to question 5b). On balance, you do not pay any vat. Nevertheless, you must fill out questions 2a and 5b completely. 3 Supplies abroad 3a Supplies to countries outside the EU (export) State the turnover from goods that you exported from the Netherlands to countries outside the EU. This includes goods that are placed in the system of customs warehouses. 3b Supplies of goods to or services in countries in the EU State the amount of the goods and services that you supplied in the EU (your intra-community supplies). The amount that you fill out for this question should be itemised in your Intra-Community Supplies Declaration. If you require an Intra-Community Supplies Declaration, call the Tax Information Line Non-Resident Tax Issues: +31 55 5 385 385. Intra-Community supplies of goods are declared on the basis of the invoice date, even if the actual supply will not take place until a subsequent period. Intra-Community services should be declared in the period during which the services are supplied. The invoice date is irrelevant for these purposes. Intra-Community supplies of goods Intra-community supplies of goods include: goods that you supplied to an enterprise in another EU country You transported the goods (or had them transported) to another EU country. The recipient must declare vat on the acquisition of the goods. a new vehicle that you supplied to a private recipient in another EU country goods of your own that you transferred to another EU country Do you supply a new means of conveyance to a private individual in another EU country? In that case, you cannot include this supply in the Intra-Community Transactions Statement, because the private individual does not have a VAT identification number. Therefore, you should send a copy of the sales invoice and an accompanying note stating your VAT identification number and the period to: Belastingdienst/Central Liaison Office, Postbus 378, 7600 AJ Almelo, The Netherlands You may use the 0% rate for intra-community supplies of goods. However, you must meet two conditions: Your accounts and records must show that the goods were transported to another EU country. You must be able to show that you supplied the goods to an enterprise with a valid vat identification number. Intra-Community services Intra-Community services are services that you supplied to an enterprise in another EU country. The recipient must declare the vat in that country. If you provide any of the services listed below, you are dealing with an exception. You need not state the following services in your return, nor in your Intra-Community Supplies Declaration: services relating to immovable property, such as rental and maintenance passenger transport services relating to granting access to events in the fields of culture, art, sports, science, leisure or education, for example musical performances, theatrical performances, circus performances, funfairs, sporting events, movie showings, trade fairs and exhibitions services supplied by restaurants and catering firms rental of vehicles for consecutive periods of no more than thirty days, or rental of vessels for consecutive periods of no more than ninety days Intra-Community services that are exempt from vat or taxed at 0% in the recipient s country need not be declared in this return. Statement for Statistics Netherlands If the amount of your intra-community supplies of goods is more than 900,000 per year, you must submit monthly statements of those supplies to Statistics Netherlands (Centraal Bureau voor de Statistiek). For more information, contact: Statistics Netherlands/Intrastat Infodesk Freepost number 5050 6400 WC Heerlen The Netherlands Telephone: +31 45 570 64 00 Email: contactcenter@cbs.nl 3c Installations/distance selling within the EU State your turnover from: assembling or installing goods in another EU country besides the Netherlands supplies of goods in another EU country besides the Netherlands in accordance with the rules for distance sales These rules apply if all of the following conditions are met: Your customer is: a private individual, or a farmer to whom the common flat-rate scheme for farmers applies, or an enterprise that only supplies exempt goods, or a legal entity that is not an enterprise. You arrange for the goods to be transported to your customer. The total amount of these supplies exceeds a specific threshold. This threshold differs from one EU country to the next. You can find the amounts of the thresholds on www.belastingdienst.nl. When installing or assembling goods, you must pay vat in the EU country in which the goods are installed or assembled. For distance sales, you must pay vat in the EU country to which the goods will be supplied. 4 Goods and services supplied to you from abroad 4a Supplies of goods/services from countries outside the EU Answer this question in the following situations: You have imported goods from outside the EU and used the reverse charge mechanism upon import. You must declare the import to Customs, but you must also declare the vat in your vat return. You need an authorisation from the Tax and Customs Administration for this. You can apply to us for this in writing. For certain raw materials specified by law, you are required to apply the reverse charge mechanism upon import. This does not require an authorisation. You have received services from an enterprise from outside the EU that reverse-charged the vat to you. In this case, you must declare vat in the Netherlands. In the left-hand column, state the value of the goods and services supplied to you from outside the EU. State the vat in the right-hand column. These amounts need not be broken down according to the various vat rates. In certain circumstances you may deduct this amount as input vat at question 5b (for the applicable conditions, see the notes to question 5b). On balance, you do not pay any vat. Nevertheless, you must fill out questions 4a and 5b completely. 4b Supplies of goods/services from countries within the EU Fill out this question in the following situations: You have purchased goods from enterprises from other EU countries and those goods have been transported to the Netherlands. This is referred to as an intra-community acquisition. In this case, you must declare vat in the Netherlands. Your supplier will not have charged foreign vat. You have received services from an enterprise from another EU country that reverse-charged the vat to you. In this case, you must declare vat in the Netherlands. In the left-hand column, state the purchase price of the goods and services supplied to you from within the EU. State the vat in the righthand column. These amounts need not be broken down according to the various vat rates. In certain circumstances you may deduct this amount as input vat at question 5b (for the applicable conditions, see the notes to question 5b). On balance, you do not pay any vat. Nevertheless, you must fill out questions 4b and 5b completely. Intra-Community services must be declared in the period during which they are supplied. The invoice date is irrelevant for these purposes. 9

Statement for Statistics Netherlands If the amount of your intra-community acquisitions is more than 900,000 per year, you must submit monthly statements of those acquisitions to Statistics Netherlands (Centraal Bureau voor de Statistiek). For more information, contact: Statistics Netherlands/Intrastat Infodesk Freepost number 5050 6400 WC Heerlen The Netherlands Telephone: +31 45 570 64 00 Email: contactcenter@cbs.nl 5 Input VAT, small businesses scheme and final total 5b Input VAT Input vat is Dutch vat on goods and services that you have purchased or received for your enterprise. Input vat includes: vat charged to you by other enterprises vat that you have to pay because the vat has been reverse-charged to you, for example under a reverse charge mechanism (see question 2a) for: goods and services that you have received, where subcontractors or suppliers of staff in the construction, maritime construction, metal construction and clothing industries have reverse-charged the vat to you immovable property supplied to you, for example business premises, where you and the seller opted for a supply subject to vat goods that you have received from a foreign supplier that does not have a permanent establishment in the Netherlands, where that supply took place in the Netherlands supplies of goods and services relating to waste and old materials, where the vat has been reverse-charged to you vat that you must declare on imports of goods, where the reverse charge mechanism upon import was applied (see question 4a) vat that you have paid to Customs on imports of goods vat that you must declare (see question 4b) for: a supply of goods to you by an enterprise from another EU country (intra-community acquisition) services that a foreign enterprise has supplied to you, where the vat has been reverse-charged to you supplies of mobile telephones or (computer) chips (since 1 June 2012) whereby the buyer and seller opted to reverse-charge the turnover tax vat on agricultural products and services If you receive products or services from enterprise that falls under the scope of the common flat-rate scheme for farmers or of the livestock trading scheme, you may deduct 5.1% from the price that you paid as input vat. However, you must have what is known as an agricultural certificate, which the supplier should provide. Mixed use: taxed and exempt business operations If you supply both taxed and exempt goods and services, you may only deduct the vat for your taxed business operations. The vat for exempt business operations is non-deductible. You must split the vat into a deductible and a non-deductible portion. This split should be based on the relative amounts of your taxed and exempt turnover. If you can demonstrate that the actual use differs from this proportional split, you may also split the vat based on actual use for taxed and exempt business operations. The vat on certain business costs is non-deductible. Examples include: purchases that you use for exempt business operations food and drink in hotels and restaurants purchases that you use for staff facilities, if the benefit for the employee is more than 227 per year 5e Total payable or refundable Here you calculate the amount of your vat payment or refund. If you need not pay anything nor receive any refund for a certain tax return period, enter a zero here. If you are refunded an amount, you must specify the amount of the refund in an annex. Conditions for input VAT You must be able to provide evidence of the input vat that you deduct, based on invoices that meet the statutory requirements. Those requirements are described on www.belastingdienst.nl. You may only deduct vat that you paid on purchases of goods and services if you fulfil two conditions: You use the goods and services commercially, i.e. for your business. The vat on goods and services that you only use privately is nondeductible. You use the goods and services for operations that are subject to vat. You cannot deduct input vat if you use the goods and services for exempt business operations. Supplies of goods and services for which the vat has been reverse-charged to the recipient or that are subject to the 0% rate also qualify as taxed business operations. It is possible that you purchase goods or receive services that you: use for both commercial and private purposes use for both taxed and exempt business operations These situations involve mixed use. Alternative rules apply here. Mixed use: taxed commercial and private use If you purchase goods that you use both for taxed purposes and privately, you may decide yourself to which capital you will allocate the goods. Current information can be found on www.belastingdienst.nl. 10

Zum Umgang mit dieser Erläuterung Diese Erläuterung zur Umsatzsteuererklärung besteht aus zwei Teilen: Allgemeine Informationen zur Vorbereitung auf das Ausfüllen des Formulars Erläuterung zu den Fragen zur Umsatzsteuererklärung Allgemeine Informationen Steuererklärung in allen Fällen einreichen Sie müssen die Umsatzsteuererklärung in jedem Fall einreichen, auch wenn Sie für einen Erklärungszeitraum nichts abzuführen brauchen bzw. keinen Anspruch auf Erstattung haben. Sie haben keine Geschäftstätigkeiten anzumelden, weil Sie Ihr Unternehmen aufgegeben haben? Teilen Sie uns in dem Fall schriftlich den Stichtag Ihrer Geschäftsaufgabe mit. Solange Sie von uns ein Erklärungsformular erhalten, sind Sie zur Abgabe der Steuererklärung verpflichtet. Steuererklärung fristgerecht einreichen Auf der Vorderseite des Formulars steht, wann Ihre Steuererklärung bei uns eingegangen sein muss. Reichen Sie die Erklärung zu spät ein, ergeht ein Nachforderungsbescheid und müssen Sie unter Umständen einen Säumniszuschlag zahlen. Hinweise zum Ausfüllen des Formulars Verwenden Sie zum Ausfüllen des Formulars einen blauen oder schwarzen Kugelschreiber. Runden Sie alle Beträge (auch zu Ihrem Vorteil) auf ganze Euro ab. Tragen Sie bei negativen Beträgen ein Minuszeichen (-) in das erste Kästchen ein. Zahlweise Wenn Sie Umsatzsteuer abführen müssen (der Betrag bei Frage 5e ist positiv), bekommen Sie einen Nachforderungsbescheid. Warten Sie mit der Zahlung, bis Ihnen der Nachforderungsbescheid zugegangen ist. In dem Bescheid steht, wie Sie die Steuer zahlen können. Falls Sie Ihre Zahlung vom Ausland aus überweisen, müssen Sie als Bank verbindung des niederländischen Finanzamts immer die iban- Nummer nl86 ingb 0002 4455 88 und den Bankcode ingbnl2a (auch swift-code genannt) angeben. Sie können auch mit einem Scheck zahlen. Die damit eventuell verbundenen Kosten gehen zu Ihren Lasten. Umsatzsteuererstattung beantragen Wenn Sie Anspruch auf Umsatzsteuererstattung haben (der Betrag bei Frage 5e ist negativ), bekommen Sie einen Erstattungsbescheid. Der Steuererklärung ist ein Formular beigefügt, auf dem Sie angeben können, auf welches Konto der zu erstattende Betrag überwiesen werden soll. Schicken Sie dieses Formular an die Adresse, die rechts oben im Formular angegeben ist: Belastingdienst/Centrale administratie, Postbus 680, 7300 ar Apeldoorn, Niederlande. Wenn Sie noch Anspruch auf Umsatzsteuererstattung für einen vorangegangenen Erklärungszeitraum haben, können Sie bei uns beantragen, dass die Erstattung mit dem Betrag verrechnet wird, den Sie für den aktuellen Zeitraum abführen müssen. Es besteht auch die Möglichkeit, die Umsatzsteuererstattung für einen bestimmten Zeitraum mit den Lohnabgaben zu verrechnen, die Sie für den gleichen Zeitraum abführen müssen. Verwenden Sie dafür das Formular Antrag auf Lohnsteuerverrechnung mit Umsatzsteuerrückerstattung. Sie können dieses Formular auf unserer Internetsite herunterladen. Erklärung berichtigen Ist Ihnen in Ihrer Steuererklärung ein Fehler unterlaufen? Und haben Sie dadurch zu wenig oder zu viel MwSt angegeben oder bezahlt? Bitte korrigieren Sie Ihre Steuererklärung, sobald Sie den Fehler entdecken. Dazu können Sie das Formular Suppletie omzetbelasting (Ergänzung Umsatzsteuer, nur in Niederländisch verfügbar) verwenden. Mit diesen Formularen erteilen Sie dem Belastingdienst im Nachhinein noch die richtigen und vollständigen Angaben. Dies ist nur erforderlich, wenn sich der Saldo der Unrichtigkeiten oder Unvollständigkeiten auf mehr als 1000 beläuft (zu zahlen oder zurückzuerhalten). Sollte sich herausstellen, dass Sie 1000 oder weniger zurückerhalten oder zu zahlen haben, können Sie den Saldo mit ihrer nächsten Steueranmeldung verrechnen. Bitte berücksichtigen Sie, dass Sie keinen Rückerstattungs- bzw. Nacherhebungsbescheid erhalten. Sie können das Zusatzanmeldungsformular über unsere Website herunterladen. Die Verwendung eines solchen Formulars ist bei einer Korrektur Ihrer Steueranmeldung von über 1.000 verpflichtet. Widerspruch gegen die Erklärung Wenn Sie Einwände gegen den Betrag haben, den Sie in der Erklärung angegeben und abgeführt haben, müssen Sie innerhalb von sechs Wochen nach der Zahlung bei der für Sie zuständigen Geschäftsstelle des Finanzamts schriftlich Widerspruch einlegen. Haben Sie Einwände gegen den Betrag, dessen Erstattung Sie beantragt haben, müssen Sie innerhalb von sechs Wochen nach dem Stichtag des Erstattungsbescheids schriftlich Widerspruch bei der für Sie zuständigen Geschäftsstelle des Finanzamts einlegen. Widerspruch gegen die Erklärung oder den Bescheid Sind Sie mit einem Nachzahlungs oder Erstattungsbescheid nicht einverstanden, der Ihnen vom niederländischen Finanzamt zugegangen ist? In dem Fall müssen Sie innerhalb von sechs Wochen schriftlich Widerspruch bei der für Sie zuständigen Geschäftsstelle des Finanzamts einlegen. Änderungsmitteilungen Auf dem Erklärungsformular sind Ihr Name, Ihre Anschrift und Ihre Kontonummer für eventuelle Rückzahlungen angegeben. Sind diese Angaben nicht korrekt, dann tragen Sie auf der Vorderseite des Formulars die richtigen Angaben ein. Anlagen Sofern Sie der Erklärung Anlagen beifügen, dann geben Sie auf jeder Anlage Ihren Namen, das Geschäftszeichen und Ihre ust.id-nummer an. Sie finden diese Angaben auf der Vorderseite des Erklärungsformulars. Betrugsanzeige Als Unternehmer können Sie unbemerkt in betrügerische Hinterziehung von Umsatzsteuer über mehrere Staatsgrenzen hinaus hineingezogen werden. Bei dieser Form des Betrugs trägt ein Unternehmer keine Umsatzsteuer an das Finanzamt ab, obwohl er Ihnen diese in Rechnung stellt. Für Sie kann das unangenehme Folgen haben. Normalerweise können Sie Umsatzsteuer auf Ihre Einkäufe und Kosten als Vorsteuer in Abzug bringen. Wenn Sie wussten bzw. hätten wissen müssen, dass Sie in eine betrügerische Hinterziehung von Umsatzsteuer verwickelt waren, können wir Ihnen diesen Umsatzsteuerabzug verweigern. Falls Sie vermuten, dass Sie in betrügerische Hinterziehung von Umsatzsteuer über mehrere Staatsgrenzen hinaus hineingezogen worden sind, dann melden Sie uns das über unsere Telefonhotline: +31 55 5 385 385. Beispiele für diese Form der Umsatzsteuerhinterziehung finden Sie auf www.belastingdienst.nl. Weitere Informationen Wenn Sie noch Fragen haben oder eine Broschüre bestellen möchten, finden Sie unter www.belastingdienst.nl im deutschsprachigen Bereich weitere Informationen. Oder wenden Sie sich an das SteuerTelefon Ausland: +31 55 5 385 385, erreichbar Montags bis Donnerstags von 08.00 bis 20.00 Uhr und Freitags von 08.00 bis 17.00 Uhr. Die Postanschrift lautet: Belastingdienst/Limburg/kantoor Buitenland, Postbus 2865, 6401 dj Heerlen, Niederlande. Erläuterung zu den Fragen Die Steuererklärung muss für alle Geschäftstätigkeiten innerhalb der Niederlande ausgefüllt werden. Wenn Sie Frage 1 und/oder 3 beantworten, müssen Sie Kopien von den Rechnungen mitschicken. Fügen Sie außerdem eine Anlage mit den Aufschlüsselungen der Rechnungen bei. Geben Sie darin Folgendes an: Rechnungsdatum Rechnungsnummer Name und Anschrift des Abnehmers USt.ID-Nummer des Abnehmers Bezeichnung der Lieferung Vergütung für die Lieferung Umsatzsteuerbetrag (nicht bei 0%) Gesamtbetrag der Rechnung 11

Wenn Sie Frage 2, 4 und/oder 5b beantwortet haben, müssen Sie die entsprechenden Rechnungen im Original mitschicken. Fügen Sie außerdem eine Anlage mit den Aufschlüsselungen der Rechnungen bei. Geben Sie darin Folgendes an: Rechnungsdatum Rechnungsnummer Name und Anschrift des Lieferanten USt.ID-Nummer des Lieferanten Bezeichnung der Lieferung Vergütung für die Lieferung Umsatzsteuerbetrag Gesamtbetrag der Rechnung 1 Leistungen im Inland Warenlieferungen Sie liefern Waren, wenn Sie: Waren verkaufen Waren auf Mietkauf überlassen Immobilien wie Wohnungen oder Gewerbegebäude bauen und übergeben Waren liefern und installieren bzw. montieren, beispielsweise eine Markise oder eine Küche - Jemand, der es gegen Bezahlung unterlässt, eine bestimmte Handlung zu verrichten, erbringt auch eine Dienstleistung. Waren intern liefern Auch die Ansiedlung von Immobilien oder Änderung von Rechten an Immobilien (beispielsweise eines Erbpacht-, Erbbau- und Grunddienstbarkeitsrechts) kann als eine Lieferung betrachtet werden. Weitere Informationen dazu finden Sie unter www.belastingdienst.nl. Interne Warenlieferung Um interne Lieferungen handelt es sich in den folgenden Fällen: Sie verwenden Waren aus Ihrem Unternehmen für andere als betriebliche Zwecke, beispielsweise für den Privatgebrauch. Die private Nutzung von Betriebsgütern geben Sie bei Frage 1d an. Sie haben in Ihrem Unternehmen Erzeugnisse hergestellt, die Sie für (teils) umsatzsteuerbefreite betriebliche Zwecke nutzen. Wenn Sie diese Erzeugnisse bei einem anderen Unternehmen gekauft hätten, würden Sie keinen Anspruch auf (vollumfänglichen) Abzug der Umsatzsteuer haben. Diese interne Lieferung geben Sie bei Frage 1a oder 1b an. Sie behalten nach der Schließung Ihres Unternehmens Waren für den Privatgebrauch. Die Umsatzsteuer auf den Wert dieser Betriebsgüter geben Sie bei Frage 1d an. Diese Angabe bezieht sich auf den Zeitraum, in dem die Waren in Ihren Privatbesitz übergehen. Dienstleistungen Der Begriff Dienstleistungen ist weit gefächert. Im Sinne der Umsatzsteuer sind Dienstleistungen alle Handlungen, für die Sie eine Vergütung verlangen und die keine Warenlieferungen sind. Unter Dienstleistungen fallen auch: die Ausführung von Tätigkeiten, beispielsweise Reparaturen, aber auch die Dienstleistungen von Frisören, Buchhaltern, Beratern, Vermietern, Kinobetreibern und Vermittlern bestimmte Unterlassungen Beispielsweise erbringt jemand, der es gegen Bezahlung unterlässt, eine bestimmte Handlung zu verrichten, auch eine Dienstleistung. interne Dienstleistungen Interne Dienstleistungen Von einer internen Dienstleistung ist beispielsweise in folgenden Fällen die Rede: Sie verwenden Waren aus Ihrem Unternehmen für Dienstleistungen für andere als betriebliche Zwecke, beispielsweise für den Privatgebrauch. Die private Nutzung dieser Betriebsgüter geben Sie bei Frage 1d an. Sie liefern unentgeltlich eine Dienstleistung für andere als betriebliche Zwecke, beispielsweise für den Privatgebrauch. Beispiel: Sie sind Bauunternehmer und lassen Ihr Personal Anbauarbeiten an Ihrem privaten Wohnhaus ausführen. Diese interne Dienstleistung geben Sie bei Frage 1d an. Berechnung der Umsatzsteuer bei internen Lieferungen und Dienstleistungen Bei internen Lieferungen und Dienstleistungen stellen Sie keine Vergütung in Rechnung. Sie berechnen die Umsatzsteuer wie folgt: Wenn Sie Ihrem Unternehmen Waren für den Privatgebrauch entziehen, dann berechnen Sie die Umsatzsteuer auf den Wert der Waren zum Zeitpunkt der internen Lieferung. Ist der Wert nicht bekannt, dann berechnen Sie die Umsatzsteuer auf die Gestehungskosten der Waren zum Zeitpunkt der internen Lieferung. Wenn Sie Betriebsgüter privat nutzen, berechnen Sie die Umsatzsteuer auf die Ausgaben, die Sie für die Waren aufgewendet haben. Wenn Sie interne Dienstleistungen erbringen, gehen Sie von den Gestehungskosten dieser Dienstleistungen aus. Interne Lieferungen oder Dienstleistungen brauchen Sie nur anzugeben, wenn Sie die betreffende Umsatzsteuer vollständig oder teilweise in Abzug gebracht haben. Regelsteuersatz von 19 Prozent auf 21 Prozent Mit Wirkung vom 1. Oktober 2012 ist der Regelsteuersatz der Umsatzsteuer von 19 Prozent auf 21 Prozent erhöht worden. Im Jahr 2012 haben Sie bei der Umsatzsteuer mithin mit zwei Regelsteuersätzen zu tun. Auf der Steueranmeldung steht deshalb kein Prozentsatz, sondern nur Regelsteuersatz ( hoog tarief ). Sie tragen die Angaben zu beiden Sätzen ein. Der ermäßigte Umsatzsteuersatz bleibt 6 Prozent. Übergangsregelung zur Erhöhung des Regelsteuersatzes von 19 Prozent auf 21 Prozent Zur Änderung des Regelsteuersatzes von 19 Prozent auf 21 Prozent gilt eine Übergangsregelung. Weitere Informationen finden Sie unter www.belastingdienst.nl. 1a/1b Lieferungen oder Leistungen mit Regelsteuersatz oder ermäßigtem Steuersatz Tragen Sie in der linken Spalte den Betrag ein, auf den Sie Umsatzsteuer abführen müssen. Es geht hier um den Umsatz mit der Lieferung von Waren und Dienstleistungen exklusive Umsatzsteuer. Tragen Sie in der rechten Spalte den Umsatzsteuerbetrag ein. Der Steuersatz von 6 % gilt nur für Lieferungen und Dienstleistungen, die in Tabelle 1 zum niederländischen Umsatzsteuergesetz aufgeführt sind. Gewinnspannenregelung Wenn Sie mit Gebrauchtwaren handeln und die Gewinnspannenregelung anwenden, dann tragen Sie in der linken Spalte die Gewinnspanne ein und in der rechten Spalte die Umsatzsteuer, die Sie darauf abführen müssen. Wenn Sie sowohl Umsatz mit Gewinnspanne als auch regulären Umsatz erwirtschaftet haben, addieren Sie die fälligen Umsatzsteuerbeträge miteinander. Bei einer negativen Gewinnspanne dürfen Sie keine Umsatzsteuer berechnen und von der auf den regulären Umsatz entfallenden Umsatzsteuer abziehen. Weitere Informationen zur Gewinnspannenregelung finden Sie auf www.belastingdienst.nl. 1c Lieferungen oder Leistungen mit anderen Sätzen außer 0 % Füllen Sie diese Frage unter anderem in folgenden Situationen aus: Sie betreiben eine Sportkantine und entscheiden sich dafür, den Pauschalsatz von 11 % Umsatzsteuer für Ihre gesamten Kantineneinkünfte einschl. Umsatzsteuer zu zahlen. Sie betreiben eine Betriebskantine und entscheiden sich dafür, den Pauschalsatz von 6 % Umsatzsteuer für Ihre gesamten Kantineneinkünfte einschl. Umsatzsteuer zu zahlen. 1d Private Nutzung Diese Fragen beantworten Sie nur in der letzten Umsatzsteuererklärung des betreffenden Jahres. Geben Sie den Umsatzsteuerbetrag an, den Sie für die private Nutzung abführen müssen. Hierdurch berichtigen Sie den Umsatzsteuerbetrag, den Sie im vergangenen Jahr für vollständig oder teilweise privat genutzte Waren und Dienstleistungen in Abzug gebracht haben. Zum Beispiel: Private Nutzung des Geschäftswagens Privatverbrauch von Gas, Wasser, Strom und Telefonkosten Private Nutzung von Betriebsgütern Sie haben Ihr Geschäft eingestellt und behalten Waren für den Privatgebrauch? Warten Sie in dem Fall nicht bis zur letzten Umsatzsteuererklärung des Jahres, sondern geben Sie die Umsatzsteuer auf den Wert dieser Waren in der Erklärung für den Zeitraum an, in dem sie in Ihren Privatbesitz übergehen. 1e Lieferungen/Dienstleistungen, die mit 0% bzw. nicht bei Ihnen veranlagt werden Geben Sie hier nur Lieferungen und Dienstleistungen an, die Sie innerhalb der Niederlande liefern bzw. erbringen. Hier geben Sie unter anderem Folgendes an: Lieferungen und Dienstleistungen innerhalb der Niederlande, die unter den 0%-Satz fallen Lieferungen von Tabakerzeugnissen Lieferungen und Dienstleistungen als Subunternehmer sowie Personalverleih im Bauwesen, Schiffbau, Metallbau und der Bekleidungsindustrie, wobei die Umsatzsteuerschuldnerschaft auf den Abnehmer verlagert wurde Übereignung von Immobilien, beispielsweise eines Gewerbegebäudes, wobei Sie sich mit dem Käufer auf steuerpflichtige Übertragung geeinigt haben und die Umsatzsteuerschuldnerschaft auf den Käufer verlagert wurde 12

Lieferungen von Mobiltelefonen oder (Computer-) Chips (seit 1. Juni 2012), bei denen der Käufer und Verkäufer sich für eine Verlagerung der Umsatzsteuer entschieden haben Lieferungen von Abfall und Altmaterialien, wobei die Umsatzsteuerschuldnerschaft auf den Abnehmer verlagert wurde. Hier geben Sie auch Dienstleistungen im Zusammenhang mit der Verarbeitung von Abfall und Altmaterialien an, bei denen die Umsatzsteuerschuldnerschaft auf den Abnehmer verlagert wurde. Lieferungen und Dienstleistungen, die unter Freistellungsregelung fallen, brauchen Sie nicht anzugeben. Sofern Sie Waren ins Ausland liefern oder im Ausland Dienstleistungen erbringen, tragen Sie diese unter Rubrik 3 ein. 2 Verlagerungsregelungen, Inland 2a Lieferungen/Dienstleistungen, bei denen die Umsatzsteuerschuldnerschaft auf Sie verlagert wurde Diese Frage beantworten Sie nur in den folgenden Fällen: An Sie wurden Waren innerhalb der Niederlande geliefert, wobei die Umsatzsteuerschuldnerschaft auf Sie verlagert wurde. Sie haben Dienstleistungen abgenommen, wobei ein niederländischer Unternehmer die Umsatzsteuer auf Sie verlagert hat. Wenn die Umsatzsteuerschuldnerschaft auf Sie verlagert wurde, müssen Sie als Abnehmer die Umsatzsteuer angeben. Der Lieferant erwähnt auf der Rechnung keine Umsatzsteuer, sondern gibt stattdessen Umsatzsteuer verlagert an. Hierbei handelt es sich beispielsweise um folgende Situationen: Sie haben Lieferungen und/oder Dienstleistungen abgenommen wobei Subunternehmer oder Personalverleih im Bauwesen, Schiffbau, Metallbau und der Bekleidungsindustrie die Umsatzsteuerschuldnerschaft auf Sie verlagert haben. Ihnen wurden Immobilien übereignet, beispielsweise ein Gewerbeobjekt, und Sie haben sich mit dem Verkäufer auf steuerpflichtige Übertragung geeinigt. Ihnen sind Mobiltelefone oder (Computer-) Chips geliefert worden (ab 1. Juni 2012) und es wurde vereinbart, die Umsatzsteuer auf Sie zu verlagern. Sie waren Abnehmer von Abfall- und Altmateriallieferungen und/oder -dienstleistungen, in deren Rahmen die Umsatzsteuer auf Sie verlagert wurde. Die Höhe der Umsatzsteuer müssen Sie selbst errechnen. Diesen Betrag können Sie bei Frage 5b (unter den in der dortigen Erläuterung genannten Voraussetzungen) als Vorsteuer in Abzug bringen. Unterm Strich zahlen Sie dann keine Umsatzsteuer. Trotzdem müssen Sie die Rubriken 2a und 5b vollständig ausfüllen. 3 An das Ausland bzw. im Ausland erbrachte Leistungen 3a Lieferungen in Länder außerhalb der EU (Ausfuhr) Geben Sie hier den Umsatz an, den Sie mit Waren erzielt haben, die Sie von den Niederlanden aus in Länder außerhalb der EU ausgeführt haben. Dies betrifft auch Waren, die im Rahmen des Zolllagerverfahrens zwischengelagert werden. 3b Lieferungen in bzw. Dienstleistungen an Länder innerhalb der EU Geben Sie hier den Betrag Ihrer Lieferungen und Dienstleistungen innerhalb der EU an (Ihre innergemeinschaftlichen Leistungen). Den Betrag, den Sie bei dieser Frage angeben, müssen Sie in der Opgaaf intracommunautaire prestaties (Anmeldung innergemeinschaftlicher Leistungen - ICP-Erklärung) spezifizieren. Wenn Sie ein Formular für eine ICP-Erklärung benötigen, können Sie diese telefonisch bei der Auslandsabteilung des Finanzamts anfordern (BelastingTelefon Buitenland: +31 55 5 385 385). Bei innergemeinschaftlichen Lieferungen gehen Sie vom Rechnungsdatum aus, auch wenn die tatsächliche Lieferung in einem folgenden Zeitraum stattfindet. Innergemeinschaftliche Dienstleistungen müssen für den Zeitraum angegeben werden, in dem diese erbracht worden sind. Das Rechnungsdatum ist hierbei unerheblich. Innergemeinschaftliche Warenlieferungen Bei innergemeinschaftlichen Warenlieferungen geht es um: Waren, die Sie an einen Unternehmer in ein anderes EU-Land geliefert haben. Sie haben diese Waren in ein anderes EU-Land befördert (bzw. befördern lassen). Der Abnehmer muss für den Erwerb dieser Waren Umsatzsteuer anmelden. ein neues Fahrzeug, das Sie an eine Privatperson in einem anderen EU-Land geliefert haben. eigene Waren, die Sie in ein anderes EU-Land verbracht haben. Liefern Sie einer Privatperson in einem anderen EU-Land ein neues Transportmittel? Sie können eine solche Lieferung nicht in die ICL-Erklärung aufnehmen, da Privatpersonen über keine USt- IdNr. verfügen. Schicken Sie deshalb eine Kopie der Verkaufsrechnung und ein Begleitschreiben, in dem Ihre USt-IdNr. und der Zeitraum genannt sind, an: Belastingdienst/Central Liaison Office, Postbus 378, 7600 AJ Almelo Niederlande Für innergemeinschaftliche Warenlieferungen dürfen Sie den 0%-Satz anwenden. Sie müssen dann allerdings die beiden folgenden Voraussetzungen erfüllen: Sie können anhand Ihrer Verwaltungsunterlagen nachweisen, dass die Waren in ein anderes EU-Mitgliedsland verbracht worden sind. Sie können nachweisen, dass Sie die Waren an einen Unternehmer mit einer gültigen USt.ID-Nr. geliefert haben. Innergemeinschaftliche Dienstleistungen Bei innergemeinschaftlichen Dienstleistungen handelt es sich um Leistungen, die Sie für einen Unternehmer in einem anderen EU-Land erbracht haben. Dieser Unternehmer muss im eigenen Land Umsatzsteuer anmelden. Falls Sie eine der nachfolgend genannten Dienstleistungen erbringen, haben Sie es mit einer Ausnahme zu tun. Die folgenden Dienstleistungen brauchen Sie weder in Ihrer Umsatzsteuererklärung, noch in der ICP-Erklärung anzugeben: Dienstleistungen, die im Zusammenhang mit Immobilien erbracht worden sind, beispielsweise Vermietung und Instandhaltung Personenbeförderung Dienstleistungen im Zusammenhang mit dem Zutritt zu Veranstaltungen in den Bereichen Kultur, Kunst, Sport, Wissenschaft, Erholung oder Bildung, beispielsweise Musikdarbietungen, Theatervorstellungen, Zirkusvorstellungen, Jahrmärkte, Sportveranstaltungen, Filmvorführungen, Messen und Ausstellungen Dienstleistungen von Restaurants und Catering-Unternehmen Vermietung von Transportmitteln für ununterbrochene Zeiträume von bis zu dreißig Tagen oder Vermietung von Schiffen für bis zu neunzig Tage ohne Unterbrechung Innergemeinschaftliche Dienstleistungen, die im Land Ihres Abnehmers von der Umsatzsteuer befreit oder mit 0% Umsatzsteuer veranlagt werden, brauchen in dieser Erklärung nicht angegeben zu werden. Meldung an das Statistische Amt der Niederlande Übersteigt der Wert der innergemeinschaftlichen Lieferungen im Jahr den Betrag von 900.000, dann müssen Sie diese Lieferungen monatlich beim Statistischen Amt der Niederlande (Centraal Bureau voor de Statistiek - CBS) melden. Für weitere Informationen wenden Sie sich an: CBS/Intrastat Infodesk Antwoordnummer 5050 6400 WC Heerlen, Niederlande Telefon: +31 45 570 64 00 E-Mail: contactcenter@cbs.nl 3c Installationsarbeiten und Versandhandel innerhalb der EU Hier geben Sie folgende Umsätze an: Montage oder Installation von Waren in einem anderen EU-Land als den Niederlanden Lieferung von Waren in andere EU-Länder als die Niederlande gemäß der Versandhandelsregelung Diese Regelung gilt, sofern die folgenden drei Voraussetzungen ausnahmslos erfüllt sind: Ihr Kunde ist: eine Privatperson oder ein Landwirt, der unter die Landwirtschaftsregelung fällt, oder ein Unternehmer, der ausschließlich umsatzsteuerbefreite Waren liefert, oder eine juristische Person, die nicht als gewerbliches Unternehmen gilt. Sie sorgen für den Transport der Waren zu Ihrem Kunden. Der Gesamtbetrag dieser Lieferungen übersteigt einen bestimmten Schwellenbetrag. Dieser Schwellenbetrag ist je nach EU-Land unterschiedlich. Sie finden die Schwellenbeträge auf www.belastingdienst.nl. Bei der Installation und Montage von Waren müssen Sie in dem EU-Land Umsatzsteuer abführen, in dem diese Arbeiten ausgeführt werden. Im Falle von Versandhandelverkäufen müssen Sie die Umsatzsteuer in dem EU-Land abführen, in das die Waren geliefert werden. 13

4 Vom Ausland aus an Sie erbrachte Leistungen 4a Lieferungen bzw. Dienstleistungen aus Ländern außerhalb der EU Diese Frage beantworten Sie in den folgenden Fällen: Sie haben Waren aus einem Land außerhalb der EU eingeführt und dabei die Verlagerungsregelung bei Einfuhr angewendet. In dem Fall geben Sie eine Zollerklärung ab, die Umsatzsteuer geben Sie jedoch in Ihrer Umsatzsteuererklärung an. Hierfür benötigen Sie eine Genehmigung vom niederländischen Finanzamt. Diese können Sie beim Finanzamt schriftlich beantragen. Sofern Sie bestimmte gesetzlich festgelegte Rohstoffe einführen, sind Sie zur Verlagerung der Umsatzsteuer bei Einfuhr verpflichtet und benötigen keine Genehmigung. Sie haben Dienstleistungen von einem Unternehmer außerhalb der EU abgenommen, der die Umsatzsteuerschuldnerschaft auf Sie verlagert hat. In diesem Fall sind Sie zur Umsatzsteuererklärung in den Niederlanden verpflichtet. Geben Sie in der linken Spalte den Wert der Lieferungen und Dienstleistungen an, die Sie aus Ländern außerhalb der EU bezogen haben. In die rechte Spalte tragen Sie den Umsatzsteuerbetrag ein. Sie brauchen diese Beträge nicht nach den verschiedenen Umsatzsteuersätzen aufzusplitten. Die Umsatzsteuer können Sie (unter den in der Erläuterung zu Frage 5b genannten Voraussetzungen) bei Frage 5b als Vorsteuer in Abzug bringen. Unterm Strich zahlen Sie dann keine Umsatzsteuer. Trotzdem müssen Sie die Rubriken 4a und 5b vollständig ausfüllen. 4b Lieferungen bzw. Dienstleistungen aus Ländern innerhalb der EU Diese Frage beantworten Sie in den folgenden Fällen: Sie haben Waren von Unternehmern aus anderen EU-Ländern erworben und diese Waren wurden in die Niederlande geliefert. Das nennt sich innergemeinschaftlicher Erwerb. In diesem Fall sind Sie zur Umsatzsteuererklärung in den Niederlanden verpflichtet. Ihr Lieferant hat keine ausländische Umsatzsteuer in Rechnung gestellt. Sie haben Dienstleistungen von einem Unternehmer aus einem anderen EU-Land abgenommen, der die Umsatzsteuerschuldnerschaft auf Sie verlagert hat. In diesem Fall sind Sie zur Umsatzsteuererklärung in den Niederlanden verpflichtet. Geben Sie in der linken Spalte den Kaufpreis der Lieferungen und Dienstleistungen an, die innerhalb der EU an Sie geliefert worden sind. In die rechte Spalte tragen Sie den Umsatzsteuerbetrag ein. Sie brauchen diese Beträge nicht nach den verschiedenen Umsatzsteuersätzen aufzusplitten. Die Umsatzsteuer können Sie (unter den in der Erläuterung zu Frage 5b genannten Voraussetzungen) bei Frage 5b als Vorsteuer in Abzug bringen. Unterm Strich zahlen Sie dann keine Umsatzsteuer. Trotzdem müssen Sie die Rubriken 4b und 5b vollständig ausfüllen. Innergemeinschaftliche Dienstleistungen müssen in dem Zeitraum angegeben werden, in dem diese erbracht worden sind. Das Rechnungsdatum ist hierbei unerheblich. Meldung an das Statistische Amt der Niederlande Übersteigt der Wert der innergemeinschaftlichen Erwerbe im Jahr den Betrag von 900.000? In diesem Fall müssen Sie dies monatlich beim Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) anmelden. Für weitere Informationen wenden Sie sich an: CBS/Intrastat Infodesk Antwoordnummer 5050, 6400 WC Heerlen, Niederlande Telefon: +31 45 570 64 00, E-Mail: contactcenter@cbs.nl 5 Vorsteuer, Kleinunternehmerregelung und Gesamtbetrag 5b Vorsteuer Bei der Vorsteuer handelt es sich um niederländische Umsatzsteuer auf Waren und Dienstleistungen, die Sie für Ihr Unternehmen erworben oder abgenommen haben. Die Vorsteuer setzt sich unter anderem aus Folgendem zusammen: Umsatzsteuer, die andere Unternehmer Ihnen in Rechnung gestellt haben Umsatzsteuer, die Sie abführen müssen, weil die Umsatzsteuerschuldner schaft auf Sie verlagert wurde, beispielsweise durch die Anwendung einer Verlagerungsregelung (siehe Frage 2a) für: Lieferungen und Dienstleistungen, die Sie abgenommen haben, wobei Subunternehmer oder Personalverleiher im Bauwesen, Schiffbau, Metallbau oder der Bekleidungsindustrie die Umsatzsteuerschuldnerschaft auf Sie verlagert haben Ihnen übertragene Immobilien, beispielsweise ein Gewerbegebäude, wobei Sie sich mit dem Verkäufer auf steuerpflichtige Übertragung geeinigt haben Waren, die Sie von einem ausländischen Lieferanten abgenommen haben, der über keine ständige Betriebsstätte in den Niederlanden verfügt, wobei diese Lieferung in den Niederlanden erfolgt ist Lieferungen und Dienstleistungen im Zusammenhang mit Abfall und Altmaterialien, wobei die Umsatzsteuerschuldnerschaft auf Sie verlagert wurde Umsatzsteuer, die Sie für die Einfuhr von Waren anmelden müssen, bei der die Verlagerungsregelung bei Einfuhr angewendet wurde (siehe Frage 4a) Umsatzsteuer, die Sie für die Einfuhr von Waren beim Zoll entrichtet haben Umsatzsteuer, die Sie anmelden müssen (siehe Frage 4b) für: Warenlieferungen an Sie von einem Unternehmer aus einem anderen EU-Land (innergemeinschaftlicher Erwerb) Dienstleistungen, die ein ausländischer Unternehmer Ihnen gegenüber erbracht hat, wobei die Umsatzsteuerschuldnerschaft auf Sie verlagert wurde Ihnen sind Mobiltelefone oder (Computer-) Chips geliefert worden (ab 1. Juni 2012) und es wurde vereinbart, die Umsatzsteuer auf Sie zu verlagern Umsatzsteuer auf landwirtschaftliche Produkte und Dienstleistungen Sofern Sie Erzeugnisse oder Dienstleistungen von einem Unternehmer abnehmen, der unter die Landwirtschafts- oder Viehandelsregelung fällt, abziehen. Dazu müssen Sie aber im Besitz einer so genannten Landwirtschaftsbescheinigung sein, die Ihnen der Lieferant auszustellen hat. Bedingungen für den Abzug von Vorsteuer Die Umsatzsteuer, die Sie als Vorsteuer in Abzug bringen, müssen Sie anhand von vorschriftsmäßig ausgestellten Rechnungen belegen können. Sie finden diese Vorschriften auf www.belastingdienst.nl. Sie dürfen die auf den Einkauf von Waren und Dienstleistungen gezahlte Umsatzsteuer nur in Abzug bringen, wenn Sie die beiden folgenden Voraussetzungen erfüllen: Sie nutzen die Waren und Dienstleistungen geschäftlich, d.h. für Ihr Unternehmen. Die entfallende Umsatzsteuer auf Waren und Dienstleistungen, die Sie ausschließlich privat nutzen, ist nicht abzugsfähig. Sie nutzen die Waren und Dienstleistungen für umsatzsteuerpflichtige Tätigkeiten. Sie können keine Vorsteuer in Abzug bringen, wenn Sie die Waren und Dienstleistungen für umsatzsteuerbefreite Geschäftstätigkeiten verwenden. Lieferungen und Dienstleistungen, bei denen die Umsatzsteuerpflicht auf den Abnehmer verlagert wird oder für die der Umsatzsteuersatz von 0% gilt, verstehen sich ebenfalls als steuerpflichtige Geschäftstätigkeiten. Es ist möglich, dass Sie Waren erwerben oder Dienstleistungen abnehmen, die Sie: sowohl für geschäftliche als auch private Zwecke verwenden für steuerpflichtige und von der Umsatzsteuer befreite Geschäftstätigkeiten nutzen In diesen Fällen ist von einer gemischten Nutzung die Rede, für die andere Vorschriften gelten. Gemischte Nutzung: steuerpflichtige geschäftliche und private Nutzung Wenn Sie Waren erwerben, die Sie sowohl für geschäftliche als auch private Zwecke nutzen, können Sie selbst entscheiden, welchem Vermögen Sie die Waren zurechnen. Aktuelle Informationen hierzu finden Sie auf www.belastingdienst.nl. Gemischte Nutzung: steuerpflichtige und von der Umsatzsteuer befreite Geschäftstätigkeiten Wenn Sie sowohl steuerpflichtige als auch umsatzsteuerbefreite Waren und Dienstleistungen liefern, können Sie nur die Umsatzsteuer für Ihre steuerpflichtigen Geschäftstätigkeiten in Abzug bringen. Die von der Umsatzsteuer befreiten Geschäftstätigkeiten sind nicht abzugsfähig. In dem Fall müssen Sie die Umsatzsteuer in einen abzugsfähigen und einen nicht abzugsfähigen Teil splitten. Sie splitten die Umsatzsteuer entsprechend dem Verhältnis zwischen steuerpflichtigem und freigestelltem Umsatz. Wenn Sie nachweisen können, dass sich die tatsächliche Nutzung anders gestaltet, können Sie die Umsatzsteuer auch ausgehend von der tatsächlichen Nutzung für steuerpflichtige und freigestellte Geschäftstätigkeiten splitten. Die auf bestimmte Geschäftskosten entfallende Umsatzsteuer ist nicht abzugsfähig. Dies betrifft beispielsweise: Einkäufe, die Sie für freigestellte Geschäftstätigkeiten verwenden Speisen und Getränke in gastronomischen Einrichtungen Einkäufe, die Sie für Personalaufwendungen verwenden, sofern der jährliche Vorteil für den Arbeitnehmer mehr als 227 pro Jahr beträgt 14

5e Insgesamt abzuführender oder zu erstattender Betrag Hier berechnen Sie, welchen Betrag Sie abführen müssen oder erstattet bekommen. Brauchen Sie für einen Meldezeitraum nichts zu bezahlen und erhalten Sie auch nichts zurück? Geben Sie in diesem Fall hier eine Null an. Wird Ihnen ein Betrag rückerstattet? Spezifizieren Sie den Betrag der Rückerstattung in diesem Fall in einer Anlage.